Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2235/TA, 22 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:22-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2235/TA

betreft: [klager] datum: 22 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager van het kastje naar de muur wordt gestuurd omdat het afdelingshoofd hem voor een matras naar de medische dienst verwijst en de medische dienst hem naar het afdelingshoofd verwijst.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij is het niet eens met de uitspraak van de beklagrechter. Hij vindt het onacceptabel dat hij geen gelegenheid heeft gekregen om zijn verhaal mondeling te doen. Hij hoopt dat hij bij de beroepscommissie wel eerlijk zijn verhaal kan doen.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Voor zover klager heeft verzocht zijn beroep op een zitting van de beroepscommissie toe te lichten, wordt dit verzoek, gelet op de aard van de klacht, afgewezen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat een verwijzing voor een matras naar de medische dienst door het
afdelingshoofd en een verwijzing van de medische dienst naar het afdelingshoofd niet zijn aan te merken als een beslissing van het hoofd van de inrichting waartegen op grond van artikel 56 Bvt beklag openstaat. Klager kan daarom niet in zijn klacht
worden ontvangen.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

Wel hecht de beroepscommissie er aan op te merken dat het wenselijk is klager door een medewerker van de inrichting te laten uitleggen of het mogelijk is een door hem gewenste matras te verkrijgen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 22 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven