Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2168/GA, 15 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:15-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2168/GA

betreft: [klager] datum: 15 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 juni 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 oktober 2011, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.T. van Daatselaar, en [...] en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur respectievelijk juridisch
medewerker bij de p.i. Hoogeveen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van een week wegens het veroorzaken van overlast in Enschede en omgeving.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager bevindt zich in de extramurale fase van de ISD-maatregel. Klager wordt verdacht van het plegen van strafbare feiten. De informatie is
echter door de directeur niet geverifieerd, waardoor de kans aanwezig is dat deze informatie onjuist is. Klager weet zelfs niet welke feiten hem worden verweten en welke informatie beschikbaar is. Hij kan derhalve niets ondernemen om deze feiten en
informatie te ontkrachten. Door klagers terugplaatsing moet hij weer opnieuw een traject volgen bij de psycholoog en psychiater.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De extramurale fase van de ISD-maatregel valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Van een van de ketenpartners van de inrichting is op
een vrijdag telefonisch het signaal gekomen dat klager wordt verdacht van inbraken. Klager is daarop teruggeplaatst en hangende het onderzoek in afzondering geplaatst. Toen na het weekend bleek dat de informatie onvoldoende was, is klager
teruggeplaatst
naar de afdeling. Er bleek onvoldoende verdenking te bestaan voor de inbraken.
Voor de inrichting is van belang van wie de informatie afkomstig is. In onderhavige zaak kwam de informatie van de persoon met wie de inrichting in die regio normale contacten onderhoudt. De melding werd derhalve als serieus bestempeld. Indien een
ander
persoon had gebeld, had de directeur eerst nadere stappen ondernomen.
De trajectbegeleider en de psychiater van Zienn hebben besloten tot extra diagnostiek. Het is niet zo dat klager weer opnieuw zijn traject moet vervolgen.

3. De beoordeling
Het volgende is vast komen te staan. Klager bevindt zich in de laatste (extramurale) fase van de ISD-maatregel. Hij verbleef in Zienn voor een begeleid wonen traject. Op een vrijdag werd de inrichting gebeld door een van de ketenpartners waarbij werd
gemeld dat klager werd verdacht van inbraken. Nu de persoon die de melding heeft gedaan de contactpersoon is van de inrichting in ISD-zaken en betrokken is bij klager, heeft naar het oordeel van de beroepscommissie de directeur kunnen oordelen dat de
informatie betrouwbaar was. Mitsdien kan de beslissing van de directeur om klager in afzondering te plaatsen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het feit dat achteraf duidelijk is geworden dat er onvoldoende houvast aanwezig was voor
een
daadwerkelijke verdenking, doet hier niet aan af. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 15 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven