nummer: 11/2528/GM
betreft: [klager] datum: 8 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Lochs, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Esserheem te Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 3 augustus 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 oktober 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, telefonisch bijgestaan door een tolk in de Albanese taal, en zijn raadsvrouw mr. M. Lochs.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Esserheem heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, houdt in dat klager in de locatie Esserheem een inadequate medische behandeling is geboden.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd.
Klager had diverse medische problemen, die niet goed werden behandeld. Hij had zowel geestelijke als lichamelijke klachten. Hij heeft deze klachten al heel lang. Hij heeft al twee jaar pijn. Klager heeft veel contact gehad met de inrichtingsarts en de
medische dienst.
Klager heeft op papier gezet hoe de klachten zijn ontstaan tijdens zijn verblijf in andere penitentiaire inrichtingen en wil dit graag voorlezen.
De voorzitter heeft klager erop gewezen dat ter zitting alleen de klacht gericht tegen de inrichtingsarts/medische dienst van de locatie Esserheem aan de orde is.
Klager heeft verklaard toch vanaf het begin van zijn detentie te willen uitleggen hoe zijn klachten zijn ontstaan.
In Den Bosch heeft hij op het politiebureau verkeerde medicatie gekregen. Hij kreeg telkens andere medicatie. De medicatie had veel bijwerkingen. Klager kreeg duizelingen, had de neiging om te vallen, had het gevoel dat hij epileptische aanvallen had.
Hij heeft 22 dagen niets gegeten en gedronken. Hij is twaalf dagen in de isolatiecel gestopt en gevolgd met camera’s. Hij denkt dat zijn leven is gered door een bewaarster, die hem water met suiker heeft gegeven.
Hij zag in Den Bosch een totale verandering, lichamelijk en geestelijk. Na zijn overplaatsing naar Haarlem had hij daar dezelfde klachten. Hij had hoofdpijn, braakte, had pijn aan de schouderbladen en zijn middel. Zijn hele lichaam deed pijn. Hij is
naar de psychiater gegaan, omdat hij niet kon slapen en die psychiater zei dat zijn hele lichaam was verwoest door de slechte medicatie, die hem in Den Bosch was verstrekt. De psychiater heeft de medicatie veranderd. De in Den Bosch voorgeschreven
Mirtazepine had hij niet langer dan zes maanden mogen gebruiken.
In Amsterdam was er sprake van hetzelfde ziektebeeld, maar de pijn werd erger. Zijn ogen waren ontzettend rood en ontstoken. Hij had kloven tussen zijn vingers. Zijn tandvlees was altijd opgezet. Ook zijn kaken waren opgezet.
In Haarlem had hij andere medicatie.
De voorzitter heeft klager er wederom op gewezen dat ter zitting alleen het beroep met betrekking tot de klacht gericht tegen de inrichtingsarts/medische dienst van de locatie Esserheem wordt behandeld en hem wederom verzocht om die klacht toe te
lichten.
Klager heeft geantwoord dat hij eraan hecht om de voorgeschiedenis toe te lichten en dat hij over vijf minuten de klacht met betrekking tot de locatie Esserheem zal toelichten.
In Amsterdam zijn CT-scans van zijn hernia en van zijn hoofd gemaakt. Op een van de scans was te zien dat een van de bloedvaten geblokkeerd was. Hij heeft geen uitleg gekregen van de inrichtingsarts. De arts van het AMC zei hem dat hij heel goed moest
opletten. Die AMC arts heeft later aan hem gevraagd: ‘Wat hebben ze met jou gedaan?’
De tolk in de Albanese taal heeft aangegeven dat zij nog maar enkele minuten kon tolken voordat zij in verband met een andere afspraak het telefoongesprek zou moeten beëindigen.
De voorzitter heeft klager wederom gevraagd om zijn beroep/klacht met betrekking tot de locatie Esserheem toe te lichten.
Klager heeft aangevoerd dat de hem in de locatie Esserheem verstrekte medicatie niet juist was. Dit is hem gezegd door de psychiater van de p.i. Vught, waar hij thans verblijft. Alle medicatie, die hem in de locatie Esserheem is verstrekt, had
behoorlijke bijwerkingen. Hij is veel ziek geweest. Hij is heel ziek, mentaal gebroken. Hij heeft al twee jaar pijn en dat is niet normaal. Hij voelt zich in p.i. Vught wel beter voor wat betreft zijn spieren. Klager wil zijn situatie uitleggen.
Mr. M. Lochs heeft aan de beroepscommissie medische gegevens met betrekking tot klagers verblijf in de p.i. Vught overgelegd.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is veelvuldig gezien door de inrichtingsarts, de psycholoog en de psychiater en besproken in het PMO. Volgens de psychiater was klager niet depressief, maar vooral boos en dwingend. Hij weigerde de afbouw van medicatie. Het contact met
inrichtingsarts vond plaats met hulp van een tolk Albanees. Klager is veel medische zorg geboden voor psychische en fysieke problemen, maar de inrichtingsarts kon de oorzaak van een deel van zijn klachten (stress door detentie) moeilijk behandelen.
3. De beoordeling
Klager is in de gelegenheid gesteld om met bijstand van een tolk Albanees zijn beroep gericht tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts/medische dienst van de locatie Esserheem ter zitting toe te lichten en heeft ervoor gekozen, ondanks dat hij
door de voorzitter meermalen is verzocht om zijn beroep gericht tegen het medisch handelen op de locatie Esserheem toe te lichten, om het merendeel van de tijd te besteden aan een beschrijving van hetgeen hij in andere penitentiaire inrichtingen heeft
ervaren.
De beroepscommissie acht zich, gelet op het bovenstaande, aan de hand van de stukken en de behandeling ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en ziet geen reden om klager nogmaals in de gelegenheid te stellen zijn beroep toe te
lichten.
Uit de behandeling ter zitting, de stukken en met name de medische gegevens blijkt dat er in de locatie Esserheem kleine wijzigingen zijn aangebracht in klagers medicatie, hetgeen niet ongebruikelijk is, indien op medicatie niet voldoende wordt
gereageerd.
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat de wijzigingen in klagers medicatie zijn aangebracht om hem zo optimaal mogelijk in te stellen op de medicatie.
Klager is frequent gezien door de inrichtingsarts, de psycholoog, de psychiater en besproken in het PMO.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen door en of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal
derhalve
ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings- Döhrn, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 november 2011
secretaris voorzitter