nummer: 11/3443/GV
betreft: [klager] datum: 8 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 oktober 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers beste en enige vriend treedt op 11 november 2011 in het huwelijk. De vriend heeft klager als getuige gevraagd. Klager wil hieraan graag gehoor geven, omdat hij het verzoek als een bezegeling van hun
vriendschap beschouwd.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De afwijzing op het verzoek is gebaseerd op grond van artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling). De onderhavige situatie is niet een geval als bedoeld in voornoemd artikel. Het optreden als getuige bij een
huwelijk is geen noodzaak. Mede gezien de gegeven adviezen, is het verzoek afgewezen.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het penitentiair psychiatrisch centrum van de penitentiaire inrichtingen Vught, alsmede de advocaat-generaal van het ressortsparket Den Bosch en de politie hebben negatief geadviseerd gelet op zijn lange strafduur en de aard van het
delict.
3. De beoordeling
Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar wegens moord. De fictieve einddatum is 27 oktober 2017.
Op grond van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de toelichting
op artikel 21 staat dat, hoewel de meest gangbare gronden voor het verlenen van incidenteel verlof in de artikelen 23 tot en met 31 van voormelde Regeling zijn opgesomd, niet wordt uitgesloten dat ook andere gebeurtenissen aanleiding kunnen vormen voor
het verzoeken om en het verlenen van incidenteel verlof.
De bruiloft van een beste vriend is een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer. Hoe begrijpelijk klagers wens om als getuige aanwezig te zijn ook is, is dit niet noodzakelijk in de zin van voornoemde Regeling. Dit maakt dat de afwijzing van het verzoek –
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk en onbillijk kan worden geacht. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 8 november 2011
secretaris voorzitter