nummer: 11/1880/TA
betreft: [klager] datum: 8 november 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 15 juni 2011 van de beklagcommissie bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, voor zover daartegen beroep is ingesteld, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de intrekking/opschorting van klagers verlof.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het intrekken/opschorten van klagers verlof is in eerste instantie wel degelijk een beslissing van de inrichting geweest. De inrichting heeft bepaald dat het binnenhalen van klager definitief werd. Vervolgens is het voorval gemeld aan het Ministerie.
Hierna heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie pas besloten de machtiging in te trekken/op te schorten en begeleid verlof aan te vragen. Er is wel degelijk sprake van een beklagwaardige beslissing, nu de intrekking van het verlof nog
steeds
voortduurt.
Klager bezat een machtiging voor transmuraal verlof en woonde buiten de inrichting. Na een positieve drugstest op 13 oktober 2009 is hij teruggeplaatst in de inrichting. Klager is opnieuw gestart met verslavingstherapie. Volgens klager is afgesproken
dat na een evaluatie van drie maanden onbegeleid verlof zou worden aangevraagd. In januari 2010 is echter begeleid verlof aangevraagd. Het adviescollege heeft de aanvraag aangehouden voor een second opinion. De psychiater de heer [...] concludeert in
zijn rapport van 6 mei 2010 dat het inzetten van het resocialisatietraject ook in het licht van de incidenten verantwoord is. Indien een transmuraal programma wordt opgepakt, dient niet te zeer gefocust te worden op de terugval in middelengebruik, maar
vooral gemonitord te worden op de kwaliteit van de partnerrelatie en de ontwikkeling daarvan. Van belang is dat klager ook buiten aan het werk gaat omdat dit structurerend en identiteitbevorderend kan werken. Hierna wordt de aanvraag begeleid verlof
goedgekeurd. Volgens klager had de inrichting reeds om onbegeleid verlof moeten verzoeken. Aan klager wordt vervolgens toegezegd dat in augustus 2010 een aanvraag transmuraal verlof zal worden gedaan. De aanvraag gaat pas op 18 oktober 2010 de deur
uit.
Het adviescollege adviseert negatief en het Ministerie wijst de aanvraag af. Klager krijgt wel een machtiging voor onbegeleid verlof ten behoeve van werk, maar zonder overnachtingen. Klager meent dat de inrichting in haar aanvraag van 18 oktober 2010
hem te negatief heeft neergezet en dat hierdoor het Ministerie de aanvraag heeft afgewezen, terwijl de conclusies van de psychiater [...] duidelijk waren.
In februari 2011 heeft de inrichting wederom een aanvraag ingediend, maar slechts verzocht om uitbreiding van onbegeleide stappen. Ook nu heeft inrichting niet om overnachtingen gevraagd, terwijl dit wel de afspraak was. Er is discrepantie tussen
hetgeen de inrichting met klager bespreekt en hoe de resocialisatie uiteindelijk verloopt. De resocialisatie verloopt te traag. Hij zit al weer twee jaar binnen voor een enkele positieve urinecontrole.
Het hoofd van de inrichting heeft gepersisteerd bij het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.
3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft klagers beklag opgevat als gericht tegen de gang van zaken rond zijn verlof in 2010. Uit het beklag en het beroep kan worden opgemaakt dat deze tevens zijn gericht tegen de intrekking van klagers transmuraal verlof in oktober
2009. In beginsel is een dergelijke beslissing op grond van het bepaalde in artikel 56, tweede lid aanhef en onder a, van de Bvt beklagwaardig. Klager heeft echter pas op 7 maart 2010 beklag ingediend tegen de beslissing van oktober 2009. De stelling
van de raadsvrouw dat klager in zijn beklag gericht tegen de intrekking van het transmuraal verlof zou kunnen worden ontvangen, omdat die intrekking nog steeds voortduurt, treft geen doel, aangezien sinds 1 oktober 2009 verscheidene andersluidende
beslissingen zijn genomen ten aanzien van klagers verlof(kader).
Gelet op het bepaalde in artikel 58, vijfde lid, van de Bvt kan klager voor wat betreft de intrekking van zijn transmuraal verlof niet in het beklag worden ontvangen. Hetgeen derhalve in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de
beroepscommissie
niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 november 2011
secretaris voorzitter