Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1676/TA, 8 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1676/TA

betreft: [klager] datum: 8 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 mei 2011 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 september 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mr. [...], juridisch
medewerker.

Door het lid drs. J.E. Wouda is aan klager gemeld dat hij langer dan vijftien jaar geleden betrokken is geweest bij de behandeling van klager.

Klager en zijn raadsman hebben desgevraagd verklaard ermee akkoord te gaan dat drs. J.E. Wouda deel uit maakt van de beroepscommissie.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag ziet op het volgende:
a. een ordemaatregel van afdelingsarrest ingaande op 19 januari 2011 en eindigend op 16 februari 2011 en
b. bij invoer van een DVD-speler wordt deze geopend - waardoor de garantie vervalt - , gecontroleerd en verzegeld en wordt klager gehouden aan een verklaring invoer elektronica, waaruit volgt dat de kosten voor de verzegeling voor zijn rekening
komen en die een exoneratieclausule bevat.

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a. en b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Met betrekking tot a:
Er was geen sprake van gevaar voor de orde en de veiligheid in de inrichting. Voorts heeft de ordemaatregel disproportioneel lang geduurd. Hij is hierdoor zijn inkomsten, te weten € 230,= uit werkzaamheden in de winkel, misgelopen. Zijn buurman was
overgeplaatst naar FPC Dr. S. van Mesdag en had een kast achtergelaten die hij aan medeverpleegde L. had gegeven. De kast paste niet in L’s kamer en L. heeft de kast aan klager gegeven. Iedereen was daarvan op de hoogte. Klager heeft de kast verplaatst
en voor zijn deur gezet. Het personeel heeft hem gezegd dat hij het aan de unitmanager moest vragen. Hij heeft dit niet gedaan.
Klager heeft geen dreigementen geuit en alleen gezegd dat hij alleen met het personeelslid T. wilde praten. Hij heeft tweemaal op normale wijze gezegd ‘Ga maar weg.’ Toen dat niet gebeurde, heeft hij op tafel geslagen en nogmaals gezegd: ‘Ga maar weg.’
Verder is er niets gebeurd. Als klager zo agressief zou zijn geweest, dan is het vreemd dat hij gewoon op de afdeling mocht blijven en dat hij niet is afgezonderd.

Met betrekking tot b:
Klager heeft geïnformeerd bij Blokker en de garantie van de DVD-speler vervalt als de DVD-speler wordt geopend. Hij zal aan Blokker verzoeken om dit schriftelijk te bevestigen.
Voorts wordt in de ‘Verklaring invoer elektronica’ aansprakelijkheid uitgesloten. Klager zijn nog geen kosten in rekening gebracht. Hij heeft de DVD-speler nog niet ingevoerd en derhalve is deze (nog) niet geopend.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Met betrekking tot a:
Het afdelingsarrest is niet alleen opgelegd in verband met het incident met de kast, maar tevens op grond van zijn gedrag. Nadat hem was meegedeeld dat zijn longstaystatus werd beëindigd en dat hij zou worden overgeplaatst naar een behandelinrichting,
was klager denigrerend en zei hij dat hij ‘schijt aan iedereen had.’ Hij vertoonde opruiend gedrag. Het incident met de kast deed als laatste druppel de emmer overlopen. Op grond van de huisregels is het verboden om schenkingen zonder toestemming van
het personeel te accepteren. Klager heeft niet om toestemming gevraagd. Klager was volgens de zorgmanager verbaal agressief tegen het personeel en zeer agressief toen hij werd ingesloten. In de vier weken dat het afdelingsarrest duurde, heeft hij
continu gedreigd. Iedere keer is bezien of het afdelingsarrest beëindigd kon worden. Het afdelingsarrest is niet langer opgelegd dan noodzakelijk was en niet verlengd.

Met betrekking tot b:
Het kan niet zo zijn dat door de regelgeving van de inrichting de garantie zou vervallen. Indien dat wel zo was, zou klager tegemoet gekomen moeten worden.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot b:
Het beleid ten aanzien van de invoer, controle en verzegeling van computers, randapparatuur en gegevensdragers is bij protocol gewijzigd. Met ingang van 1 juli 2011 dienen verpleegden een verklaring ‘invoer elektronica’ te tekenen, waarin een clausule
omtrent de kosten van verzegeling en een exoneratieclausule zijn opgenomen. Een dergelijke wijziging van beleid betreft geen beslissing van het hoofd van de inrichting waartegen beklag kan worden ingesteld.

Uit de gedingstukken, waaronder de verklaring van klager, blijkt dat klager (nog) niet daadwerkelijk een DVD-speler heeft ingevoerd. Daaruit vloeit voort dat er geen sprake is geweest van openen, controleren en verzegelen van een aan klager
toebehorende
DVD-speler en dat hem ter zake evenmin ten gevolge van het gewijzigde beleid kosten in rekening zijn gebracht.
Derhalve was op het moment van het indienen van het beklag op grond van artikel 56, eerste lid aanhef en onder e, van de Bvt noch op grond van een andere wettelijke bepaling (nog) geen sprake van een voor beklag vatbare beslissing.

De beroepscommissie zal dan ook de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie en vernietigt met betrekking tot b. de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het
beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven