Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2514/GB, 1 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2514/GB

Betreft: [klager] 1 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...] , namens

[...]verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 augustus 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een gevangenis in het noorden van het land afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 25 oktober 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de inrichting voor stelselmatige daders (isd) van de locatie Ooyerhoek Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft geen contact meer met familie of vrienden. Zij vinden de reisafstand naar Zutphen te groot in verband met hun financiën en/of gezondheid. De selectiefunctionaris heeft aangegeven
dat
klager niet in het noorden van het land geplaatst kan worden omdat klager niet meer welkom is in de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen. Klager heeft echter nimmer gesteld dat hij overgeplaatst wil worden naar de p.i. Hoogeveen. Klager is van
mening dat het geen zin heeft om in een isd te worden geplaatst indien er geen interventies worden aangeboden in deze inrichting. De selectiefunctionaris kan klager derhalve ook overplaatsen naar een inrichting in het noorden van het land die niet
bestemd is als een isd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een isd-maatregel opgelegd gekregen. Klager dient derhalve geplaatst te worden in een inrichting die bestemd is als een isd. Klager is in eerste instantie in de p.i. Hoogeveen geplaatst, omdat het parket in eerste aanleg het
arrondissementsparket Groningen was. Klager is vervolgens vanwege zijn grensoverschrijdende gedrag overgeplaatst naar de locatie Ooyerhoek Zuthpen. Klager wenst overgeplaatst te worden naar het noorden van het land. Klager kan, gelet op zijn
isd-maatregel, slechts overgeplaatst worden naar de p.i. Hoogeveen. Klager is hier echter niet meer welkom. De selectiefunctionaris kan niet beoordelen of het verblijf van klager in een isd zinvol is. Klager dient vanwege de opgelegde isd-maatregel
echter geplaatst te worden in een inrichting die bestemd is als een isd.

4. De beoordeling
Gelet op artikel 44d, eerst lid van de Penitentiaire maatregel vindt de tenuitvoerlegging van een isd-maatregel plaats in een inrichting die is bestemd als een isd. In beginsel wordt de isd-maatregel, gelet op het doel van deze maatregel, ten uitvoer
gelegd in het arrondissement van vervolging. Het is niet aannemelijk geworden dat er bijzondere omstandigheden zijn die een overplaatsing van klager naar een gevangenis in het noorden van het land rechtvaardigen. Klagers stelling dat zijn familie en
vrienden niet op bezoek kunnen komen in verband met hun financiën en/of gezondheid is niet feitelijk onderbouwd. Derhalve kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 1 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven