Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1364/GA, 20 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1364/GA

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 mei 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. J.W.G.M. Kral, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagcommissie gaat er in haar beslissing aan voorbij dat het advies van de Advocaat-generaal is ingegeven door het feit dat ten tijde van de advisering de strafzaak nog niet onherroepelijk was. Dat is nu wel het geval. De politie is niet bij
uitstek geëquipeerd om uitlatingen te doen over de kans op recidive. In een later ingekomen advies onthouden ze zich van een inhoudelijk advies. De reclassering geeft aan dat de kans op recidive als laag gemiddeld wordt ingeschat. Van rancune richting
het slachtoffer is geen sprake meer, klager heeft een excuusbrief gestuurd. Klager is vanwege positieve ontwikkelingen in zijn gedrag op 16 maart 2011 vanuit een regime voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) overgeplaatst naar een algemeen
regime.
Het gaat niet aan terug te grijpen naar gedrag van klager voor de plaatsing op de b.g.g. op 18 september 2010.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij wordt opgemerkt dat uit de stukken weliswaar blijkt dat klager een positieve ontwikkeling in zijn
gedrag heeft laten zien, maar dat dit ten tijde van de verlofaanvraag, nog niet zo zeer aan de orde was. Daartegenover staan de negatieve adviezen van politie en de advocaat-generaal, welke op dat moment voor de directeur grond hebben mogen vormen de
aanvraag af te wijzen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven