Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2429/GB, 6 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:06-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2429/GB

Betreft: [klager] datum: 6 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 10 januari 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i. is afgewezen omdat een nog openstaande strafzaak van klager in november 2011 inhoudelijk behandeld zal worden. In augustus 2009 is de strafzaak
aangevangen. De zaak is diverse keren op zitting aangebracht en aangehouden vanwege verscheidene redenen. Er is een grote kans dat de zaak niet inhoudelijk behandeld zal worden in november 2011. Klager bevindt zich niet in preventieve hechtenis voor
het
gepleegde feit. De preventieve hechtenis is geschorst en het is niet te verwachten dat deze schorsing opgeheven zal worden. Thans is niet bekend wanneer de zaak afgerond zal zijn. Klager wordt onterecht in zijn belangen geschaad indien hij niet
overgeplaatst wordt naar een z.b.b.i.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is tijdens zijn huidige detentie in een z.b.b.i. geplaatst. Klager heeft tijdens vrijheden in detentie een nieuw strafbaar feit gepleegd. Klager is vervolgens uit de z.b.b.i. geplaatst. Terzake van dit nieuwe strafbare feit is vervolging
ingesteld tegen klager. Op 2 augustus 2011 heeft de selectiefunctionaris contact opgenomen met de rechtbank te Rotterdam. Aan de selectiefunctionaris is medegedeeld dat een pro forma zitting van de zaak zal plaatsvinden op 8 augustus 2011. In november
2011 zal de zaak inhoudelijk behandeld worden. Tevens is aan de selectiefunctionaris medegedeeld dat de strafeis dusdanig zal zijn dat het strafrestant de maximale duur van zes maanden zal overschrijden, waardoor een plaatsing in een z.b.b.i. niet tot
de mogelijkheden behoort.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
tijdens zijn huidige detentie werd verdacht van het plegen van een nieuw strafbaar feit tijdens vrijheden in detentie. Uit het selectieadvies blijkt dat klagers zaak op 3 november 2011 inhoudelijk zal worden behandeld. Gelet hierop moet worden
uitgegaan
van de reële mogelijkheid dat klagers strafrestant na berechting van de openstaande zaak boven de zes maanden zal uitkomen, hetgeen een contra-indicatie vormt voor plaatsing in een z.b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 6 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven