Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2332/GB, 11 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2332/GB

Betreft: [klager] datum: 11 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie De Berg te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 mei 2011 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zuid te Arnhem. Op 4 juli 2011 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Berg. Op 7 juli 2011 is hij
overgeplaatst naar locatie De Karelskamp te Almelo.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de afgelopen 25 jaar geen contact gehad dan wel een relatie onderhouden met een personeelslid. Klager heeft 28 jaar geleden slechts 1 schooljaar samen met de piw-er in kwestie in de
klas
gezeten. Op 3 juli 2011 heeft de piw-er in een persoonlijk gesprek met klager aangegeven geen bezwaar te hebben tegen klagers verblijf in het h.v.b. van de locatie Zuid. De desbetreffende piw-er werkt op de B1-afdeling en klager verbleef op de
B3-afdeling, waardoor er zelden contact tussen klager en de piw-er was. Klager heeft op geen enkele wijze een voorkeursbehandeling gehad van de piw-ers.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is overgeplaatst vanwege bekendheid met het personeel. Klager is een bekende van één van de piw-ers van locatie Zuid. Het afdelingshoofd van de piw-er in kwestie
heeft om overplaatsing van klager verzocht omdat zij het onwenselijk vindt dat klager de piw-er in kwestie kent. Klager is van het h.v.b. van de locatie De Berg overgeplaatst naar locatie De Karelskamp omdat een piw-er van de locatie De Berg klagers
buurman is. Klager had geen bezwaar tegen deze overplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Het feit dat een personeelslid een gedetineerde kent, is niet uit te sluiten en het betreft een situatie die vaker kan voorkomen. Gedetineerden worden immers zoveel mogelijk in hun eigen regio geplaatst. Slechts onder bepaalde omstandigheden
zou
dit kunnen leiden tot overplaatsing. Deze omstandigheden dienen zoveel mogelijk kenbaar te worden gemaakt. De enkele mededeling dat het onwenselijk is dat een personeelslid een gedetineerde kent, is onvoldoende grond om klager over te plaatsen. In
onderhavige zaak is van belang dat klagers stelling dat hij de betreffende piw-er van 28 jaar geleden kent, niet wordt weersproken. Gesteld noch gebleken is dat zij nog contact hebben onderhouden voordat klager werd geplaatst in het h.v.b. van de
locatie Zuid. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Derhalve is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe
beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 11 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven