Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2921/GB, 18 oktober 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-10-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2921/GB

Betreft: [klager] datum: 18 oktober 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.F. Schadd, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 april 2011 in Nederland gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is van mening dat het in zijn geval niet redelijk of billijk is om zijn verzoek tot overplaatsing af te wijzen vanwege een nog openstaande rechtszaak. Het betreft een zaak die reeds lange
tijd openstaat en van geringe ernst is. Klager is vervolgens veroordeeld voor het plegen van een ander strafbaar feit en daarvoor heeft hij een straf van drie jaar en drie maanden opgelegd gekregen. Gelet op artikel 63 Sr. is niet te verwachten dat
klager een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd zal krijgen. De openstaande zaak zal derhalve geen invloed hebben op de einddatum van klagers detentie. Daarnaast is de openstaande zaak meerdere malen, buiten klagers schuld om, uitgesteld.
Hierdoor
wordt aan klager elke vorm van detentiefasering en verlof onthouden. Klagers zaak is uitgesteld tot 12 oktober 2011. Klager meent dat hij door deze gang van zaken onredelijk wordt benadeeld. Klagers advocaat heeft justitie meerdere malen, zowel
schriftelijk als telefonisch, verzocht iets aan deze situatie te doen. Justitie heeft echter niet op de brieven gereageerd en telefonisch wordt iedere keer medegedeeld dat nog niet bekend is welke Officier van Justitie de zaak gaat behandelen. Klager
is
van mening dat hij voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft nog een openstaande zaak die op 13 september 2011 zal worden behandeld. Het betreft een zaak waarvoor hij geschorst was. Tijdens deze schorsing heeft klager opnieuw een delict gepleegd waarvoor hij in Duitsland is veroordeeld. Dit betekent
dat de einddatum van klagers detentie nog niet kan worden vastgesteld, waardoor klager niet voor detentiefasering in aanmerking komt. Inmiddels is duidelijk dat de openstaande zaak van klager pas op 16 december 2011 zal worden behandeld. Nu klagers
strafrestant minder dan zes weken bedraagt, is plaatsing in een z.b.b.i. echter niet meer aan de orde.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Nu de einddatum van klagers detentie is vastgesteld op 24 oktober 2011 komt hij gelet op artikel 2, sub e van de Regeling niet meer in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 18 oktober 2011

secretaris voorzitter

Naar boven