Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2303/GM, 30 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2303/GM

betreft: [klager] datum: 30 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingstandarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwaag/Hoorn te Zwaag,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 12 juli 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 september 2011, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord. De inrichtingstandarts verbonden aan de p.i. Zwaag/Hoorn heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur betreft het niet meer passen van zijn kunstgebit omdat er te veel aan geslepen is.

2. De standpunten van klager en de inrichtingstandarts
Klager heeft het volgende aangevoerd.
Op 18 januari 2011 zijn alle tanden en kiezen van klager getrokken. Op die zelfde dag ving klagers detentie aan. Hem is een prothese aangemeten. Deze paste niet goed. Vervolgens heeft de ene tandarts niet goed gehandeld, de andere heeft zijn best
gedaan
het gebit te herstellen. De boven- en onderkaak sluiten niet goed op elkaar. Van klagers ondergebit zijn voorts alle kiezen vlakgeslepen. Hij eet nog steeds gemalen voeding. Het gebit is betaald met zijn eigen geld, dat moet vergoed worden.

De inrichtingstandarts heeft in zijn reactie op het beroep verwezen naar zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de tandheelkundig adviseur. Dit standpunt luidt als volgt.
De prothese diende regelmatig te worden bijgeslepen om deze passend te maken. De tandarts heeft klager na 6 mei 2011 niet meer teruggezien. Er zijn geen röntgenfoto’s, omdat deze niet zijn gemaakt vanwege eerder uitgevoerde extracties.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager sinds 18 januari 2011 in detentie verblijft. Meteen hieraan voorafgaand zijn al zijn tanden en kiezen getrokken. Op 28 januari 2011 komt hij voor het eerst bij de inrichtingstandarts vanwege klachten met zijn
prothese. Daarna is de prothese regelmatig bijgeslepen en gerebased. Dit is geen ongebruikelijke behandeling. Het kan voorkomen dat een prothese ook na verscheidene aanpassingen en nadat al het tandvlees is hersteld, niet geschikt is voor de kaak van
een patiënt. In een dergelijk geval dient serieus te worden overwogen een nieuwe prothese aan te meten. Klager wordt in overweging gegeven met de inrichtingstandarts te overleggen wat hiervoor de mogelijkheden zijn.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingstandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 van de Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, H.J.P. Kroeze en J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 30 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven