Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3806/TR, 23 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3806/TR

betreft: [klager] datum: 23 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.D. Regter, namens

[...], verder te noemen klager,

tegen het uitblijven van een beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing van 8 februari 2010.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. K.D. Regter om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft na de uitspraak van de beroepscommissie nummers 10/109/TP en 10/521/TR niet binnen een maand, zoals in die uitspraak door de beroepscommissie was opgedragen, een nieuwe beslissing genomen tot vervroegde plaatsing in een
inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting).

2. De feiten
Klager is bij op 8 september 2009 onherroepelijk geworden arrest van het Hof Arnhem van 2 juni 2008 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen jaar met aftrek én ter beschikking gesteld met bevel dat hij van overheidswege zal
worden
verpleegd. De v.i.-datum van klager is 8 juli 2012.
Bij brief van 10 november 2009 heeft de Staatssecretaris de Tweede Kamer ingelicht over het voornemen om de artikelen 42 en 43 Penitentiaire maatregel (Pm) te herzien en meegedeeld dat vooruitlopend op het wijzigingsbesluit uitvoering van de in deze
artikelen neergelegde zogenaamde Fokkensregeling met ingang van 10 november 2009 is bevroren.
Bij brief van 8 februari 2010 heeft de Staatssecretaris klager meegedeeld dat zijn terbeschikkingstelling (tbs) zal aanvangen op 8 juli 2012 en dat hij vanaf dat moment als tbs-passant zal worden aangemerkt.
Bij brief van 8 februari 2010 heeft de Staatssecretaris aan klagers raadsman meegedeeld dat bovengenoemd arrest op 8 september 2009 onherroepelijk is geworden en dat klager op de wachtlijst voor plaatsing in een tbs-inrichting is geplaatst.
Bij uitspraak van 20 oktober 2010 heeft de beroepscommissie het beroep van klager met de nummers 10/109/TP en 10/521/TR om geen uitvoering te geven aan de artikelen 42 en 43 (oud) van de Pm gegrond verklaard en bepaald dat de Minister (in casu de
Staatssecretaris) binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing zou nemen.
Klager verbleef in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad. De Staatssecretaris heeft op 30 december 2010 beslist om klager in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Veldzicht te Balkbrug te plaatsen. Deze plaatsing is op 5 januari 2011
gerealiseerd.

3. De ontvankelijkheid
Klagers beroep is ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing als vermeld onder 1.
Nu de Staatssecretaris inmiddels heeft beslist om klager in het FPC Veldzicht te plaatsen en in de uitspraak nummers 10/109/TP en 10/521/TR van 20 oktober 2010 is voorzien in de toekenning van een tegemoetkoming tot aan de datum van daadwerkelijke
plaatsing in een tbs-inrichting - in dit geval tot 5 januari 2011 - is het belang aan klagers beroep komen te ontvallen. De beroepscommissie zal derhalve klager niet in het beroep kunnen ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven