Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0723/GA, 7 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 11/723/GA

betreft: [klager] datum: 7 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Ooyerhoek Zutphen,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2011 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juli 2011 gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.S.L. Leeflang, en namens de directeur [...], hoofd beveiliging.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing tot het gedurende drie maanden weigeren van dhr. V. als bezoeker van klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft verwezen naar hetgeen in het verweerschrift is verwoord. De medicatie was goed verstopt in de broekband van bezoeker en het lijkt erop dat de bezoeker deze op Viagra lijkende pil wilde invoeren. In de inrichting wordt gehandeld in
Viagra pillen. Aan klager is de vaste sanctie van drie maanden ontzegging van bezoek door deze bezoeker opgelegd. Alleen in bijzondere gevallen, zoals het aantreffen van een vuurwapen of grote hoeveelheden contrabande, wordt een zwaardere sanctie
opgelegd.
Het feit dat deze bezoeker een grote hoeveelheid geld bij zich had is niet van invloed geweest op de beslissing.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Uit het dossier blijkt dat de pil gewoon in de broekzak is aangetroffen. Nu het slechts één pil betreft kan niet van handel worden gesproken. Volgens klager is de bezoeker geweigerd om de hoeveelheid geld (€ 2000,=) die hij bij zich had. Klager weet
niets van de handel in Viagra pillen.

3. De beoordeling
De bezoeker van klager, dhr. V, is voorafgaand aan het bezoek gefouilleerd. Hierbij is een op Viagra lijkende pil aangetroffen. Op grond van artikel 38, derde lid, van de Pbw is de heer V. voor drie maanden de toegang tot de inrichting ontzegd. Ter
zitting is aangegeven dat bij invoer van contrabande door een bezoeker standaard de sanctie van drie maanden ontzegging van deze bezoeker wordt opgelegd en de aangetroffen pil kan als contrabande worden aangemerkt.
De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de beslissing niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij zal het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven