Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1228/GA en 11/1174/GA, 29 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:29-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 11/1228/GA en 11/1174/GA

betreft: [klager] datum: 29 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen uitspraken van 5 april 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 augustus 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.A. Bloemberg.
De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de klachten en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft (1) het feit dat klager op een EZV-afdeling heeft verbleven, terwijl hij geen EZV-status had en (2) een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel.

De beklagrechter heeft de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef eerst in de p.i. Haarlem. Hij was daar reiniger op de EZV-afdeling, maar verbleef in een normaal huis van bewaring (h.v.b.). De selectiefunctionaris heeft klager geselecteerd voor een gevangenis met normaal regime. Verwezen wordt naar
de
selectiebeslissing van 27 mei 2010. Door het werk als reiniger in de p.i. Haarlem is verwarring ontstaan. Klager heeft zeker vijfmaal aan het personeel verteld dat hij niet thuis hoorde op de EZV-afdeling. Klager kreeg de directeur niet te spreken. Het
staat vast dat klager eerder nimmer op een EZV-afdeling heeft verbleven. Er zijn ook geen indicaties dat klager op een EZV-afdeling hoort. Klager heeft in de locatie Zuyder Bos vijf maanden lang ten onrechte op een EZV-afdeling verbleven. Op de
EZV-afdeling verblijven zedendelinquenten. Dit was moeilijk voor klager en zo is klager tegen rapporten opgelopen. Verzocht wordt om een tegemoetkoming van € 100,= per maand toe te kennen voor de periode die klager ten onrechte op de EZV-afdeling heeft
verbleven.
Het beroep voor zover dat ziet op beklagonderdeel 2 is niet toegelicht.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot beklagonderdeel 1 overweegt de beroepscommissie als volgt. Niet weersproken is dat klager in de p.i. Haarlem reiniger was op de EZV-afdeling en dat klager geen psychologische of psychiatrische problemen had. Uit de selectiebeslissing
van 27 mei 2010 valt eveneens op te maken dat klager in de p.i. Haarlem verbleef in een h.v.b. ‘regulier’ en dat de selectiefunctionaris hem geselecteerd heeft voor ‘Heerhugowaard Zuyder Bos, gevangenis algehele gemeenschap’. De beslissing van de
directeur om klager desondanks op een EZV-afdeling te plaatsen dient gezien het vooroverwogene als onredelijk en onbillijk aangemerkt te worden. Nu de gevolgen van deze plaatsing niet meer ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie termen
aanwezig
om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Met betrekking tot beklagonderdeel 2 oordeelt de beroepscommissie dat – nu er geen enkele beroepsgrond is aangevoerd – klager niet-ontvankelijk verklaard dient te worden voor zover het beroep hierop ziet.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter met betrekking tot beklagonderdeel 1 en verklaart dit beklagonderdeel alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van

250,=.
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover dit ziet op beklagonderdeel 2.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr.dr. H.K. Fernandes Mendes, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 29 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven