Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0726/TR, 29 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:29-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Wachttermijn  v

Uitspraak

nummer: 11/726/TR

betreft: [klager] datum: 29 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

tegen een vermeende beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klager bij brief van 10 januari 2011 medegedeeld dat klagers tbs ingaat op 19 juli 2012 en dat hij vanaf die datum zal worden aangemerkt als tbs-passant.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 17 maart 2009 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege
zal worden verpleegd. Bij brief van 10 januari 2011 heeft de Staatssecretaris klager meegedeeld dat bovengenoemde rechterlijke uitspraak op 9 april 2010 onherroepelijk is geworden en dat de datum van aanvang van zijn tbs ligt op 19 juli 2012 en dat hij
vanaf die datum zal worden aangemerkt als tbs-passant
Klager verblijft sinds 29 juni 2011in het FPC Dr. S. Van Mesdagkliniek te Groningen.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager komt in aanmerking voor vervroegde tenuitvoerlegging van zijn tbs door de in de artikelen 42 (oud) en 43 (oud) Pm neergelegde Fokkensregeling. Deze regeling is formeel afgeschaft bij besluit van de Minister van Justitie van 24 juli 2010. Het
besluit is op 3 augustus 2010 in het Staatsblad gepubliceerd en op 4 augustus 2010 in werking getreden. Klager had op 4 augustus 2010 al eenderde van de opgelegde vrijheidsstraf uitgezeten. De aangehaalde aanvangsdatum van 19 juli 2012 is in strijd met
het voor die tijd geldende wettelijke systeem. De afschaffing van de Fokkensregeling kent geen deugdelijke overgangsregeling en klager wil voorts zo snel mogelijk aan de behandeling beginnen.

Namens de Staatssecretaris is op 18 mei 2011 inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
De brief van 10 januari 2011 betreft geen voor beroep vatbare beslissing in de zin van artikel 69 Bvt. Het is slechts een informatieve brief zonder een beslissing over klagers plaatsing en klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn beroep.
De Staatssecretaris heeft voorts opgemerkt dat klagers plaatsingsprocedure in gang is gezet en dat klager ook om die reden niet-ontvankelijk is in zijn beroep.

4. De beoordeling
Het beroep van klager komt er op neer dat volgens de brief van 10 januari 2011 van de Staatssecretaris klager niet na de tenuitvoerlegging van éénderde van de hem opgelegde gevangenisstraf wordt geplaatst op de wachtlijst voor plaatsing in een
tbs-inrichting, zoals artikel 42 (oud) Penitentiaire maatregel (Pm) in beginsel voorschrijft, maar vanaf de v.i.-datum en aansluitende aanvang van zijn tbs op 19 juli 2012. Nu een vermeende schending van een wettelijk recht volgens vaste jurisprudentie
vatbaar is voor beroep, kan klager in zijn beroep worden ontvangen en dient de beroepscommissie te beoordelen of van een schending als bedoeld sprake is.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie (zie uitspraak 10/109/TP en 10/521/TR en uitspraak 10/679/TR, beide van 20 oktober 2010) bestaat rechtens aanspraak op vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting op grond van de in de artikelen 42
(oud) en 43 (oud) Pm neergelegde Fokkensregeling, als sprake is van een vóór 4 augustus 2010 gelegen éénderde datum van tenuitvoerlegging van de tevens opgelegde gevangenisstraf. Het zonder wettelijke basis daaraan geen uitvoering geven in verband met
de opschorting van de Fokkensregeling per november 2009 is onrechtmatig. Afschaffing van die regeling op 4 augustus 2010 neemt die onrechtmatigheid niet met terugwerkende kracht weg.

Bij beslissing van 27 juni 2011 heeft de Staatssecretaris besloten klager te plaatsen in het FPC Dr. S. van Mesdag. In deze beslissing is overwogen dat de datum waarop klager in aanmerking komt voor vervroegde tenuitvoerlegging van de aan hem
opgelegde
tbs berekend is op 4 juli 2010. Vast staat dat klager bij toepassing van de Fokkensregeling, die gold tot 4 augustus 2010, in aanmerking kwam voor vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vanaf 4 juli 2010, op welke datum éénderde van de hem door de
rechtbank Alkmaar opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer was gelegd.
Klager had derhalve op grond van artikel 13, tweede lid, WvSr, zoals uitgewerkt in de artikelen 42 (oud) en 43 (oud) Pm, en artikel 76 Pbw rechtens aanspraak op vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting binnen zes maanden vanaf 4 juli 2010.

Gezien het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is, gelet op haar vaste jurisprudentie (zie uitspraak 10/109/TP en 10/521/TR), van oordeel dat in gevallen als de onderhavige een tegemoetkoming dient te worden
toegekend, waarvan de hoogte dient te worden vastgesteld op een bedrag van
€ 350,= per maand vanaf 4 januari 2011 - zijnde de datum waarop de zes maanden- termijn van artikel 76 Pbw was verstreken - tot de dag waarop plaatsing in een tbs-inrichting daadwerkelijk is verwezenlijkt, te weten 29 juni 2011 met verhoging met €
125,= per maand vanaf 4 april 2011. De tegemoetkoming zal worden vastgesteld op € 2412,=.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager, ten laste van de Staatssecretaris, een tegemoetkoming toekomt ten bedrage van € 2412,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 29 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven