Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0731/TA, 27 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/731/TA

betreft: [klager] datum: 27 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de prof. mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2011 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 augustus 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerkster, gehoord. Hoewel klager op behoorlijke wijze is opgeroepen,
is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering toestemming te verlenen voor de invoer van een playstation 3.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Binnen de inrichting is het algemeen beleid dat het bezit van apparatuur waarmee verbinding met internet kan worden
gerealiseerd, voor de patiënten niet is toegestaan. In de huisregels van 2010 stond dit nog niet expliciet vermeld. In de huisregels van 2011 is dit wel opgenomen.
Overigens bieden de huisregels van 2010 voldoende grondslag de invoer van een playstation 3 te weigeren, in het bijzonder bijlage II onder q van de huisregels. Hierin is vermeld dat zend- en communicatieapparatuur zoals telefoons en buzzers niet zijn
toegestaan. Een playstation 3 kan worden gebruikt om te e-mailen, te chatten en te skypen en valt dus onder de niet toegestane categorie van zend- en communicatieapparatuur. Verder is in de huisregels aangegeven dat andere goederen in verband met een
specifiek risico dat zij opleveren separaat door of namens het hoofd van de inrichting verboden kunnen worden. Met het verbod een playstation 3 in te voeren, wil de inrichting voorkomen dat de wet wordt overtreden en er ongewenste contacten met de
buitenwereld plaatsvinden. Het feit dat klager in het verleden wel is toegestaan een dergelijke spelcomputer in bezit te hebben, levert voor de inrichting geen verplichting op het bezit van deze goederen immer toe te staan. Gezien de voortschrijdende
technische ontwikkelingen is het voor de inrichting niet altijd mogelijk om vooraf te kunnen inschatten met welke apparatuur en hulpmiddelen het mogelijk is een internetverbinding tot stand te brengen.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Artikel 44 van de Bvt bepaalt – voor zover hier van belang – het volgende:
“(...)
2. In de huisregels kan worden bepaald dat het bezit van bepaalde soorten voorwerpen binnen de inrichting of een bepaalde afdeling daarvan verboden is, indien dit bezit een gevaar kan opleveren voor:
a. de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen;
b. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, dan wel voor zover zich dit niet verdraagt met de aansprakelijkheid van het hoofd van de inrichting voor de voorwerpen.
3. Het hoofd van de inrichting kan bepalen dat een verpleegde een hem toebehorend voorwerp, niet behorende tot de soorten voorwerpen, bedoeld in het tweede lid, niet in zijn persoonlijke verblijfsruimte mag plaatsen of bij zich mag hebben, indien dit
noodzakelijk is met het oog op één van de belangen als genoemd in het tweede lid.
(...)”.

In bijlage II van de onderhavige huisregels uit 2010 is onder meer bepaald dat zend- en communicatieapparatuur zoals telefoons en buzzers niet zijn toegestaan. Verder is bepaald dat goederen die een specifiek risico opleveren door of namen het hoofd
van
de inrichting kunnen worden verboden.

Onbestreden is het feit dat met een playstation 3 toegang kan worden verkregen tot internet. De beroepscommissie acht het niet onredelijk dat het hoofd van de inrichting apparatuur wil weren uit de inrichting, waarmee een oncontroleerbaar contact met
de
buitenwereld mogelijk is. Gelet hierop en op grond van de hiervoor genoemde huisregels uit 2010 en artikel 44, derde lid, van de Bvt kan de beslissing van het hoofd van de inrichting om de invoer van de playstation 3 te weigeren, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven