Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1024/TA, 27 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1024/TA

betreft: [klager] datum: 27 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Boorder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 maart 2011 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 augustus 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Boorder, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...].

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de intrekking van het transmuraal verlof op 23 juni 2010.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wordt afgerekend voor de problemen die hij met Jeugdzorg heeft. De door Jeugdzorg gestelde voorwaarden voor contact met zijn kinderen
vallen buiten de verlofwaarden, zodat overtreding daarvan niet tot intrekking van het verlof kan leiden. Bovendien is onduidelijk wat is afgesproken. Hij zou te vaak contact hebben gehad met zijn zoon. Klager is echter eerlijk geweest over die
contacten. Het verwijt wordt achteraf gemaakt en dat is onacceptabel. De moeizame relatie met de inrichting vloeit hieruit voort.
Klager heeft thans geen contact met zijn zoon. Klager wil niet dat zijn zoon hem in een tbs-inrichting ziet. Hij wacht totdat hij weer met verlof kan. Klagers zoon is 18 jaar. Zijn dochter is 15 jaar.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan de intrekking van het transmuraal verlof is een heel lang traject vooraf gegaan. De afspraken zijn altijd heel duidelijk
geweest. Bureau Jeugdzorg heeft de inrichting in overweging gegeven klager aan de afspraken te houden. Deze afspraken hielden in dat klager goed zou gaan samenwerken met het behandelteam en dat hij open zou zijn met wie hij omgaat.
Klager heeft aangegeven dat hij zijn zoon elk weekend ziet. Afgesproken was dat klager zijn zoon zo nu en dan zou mogen zien, dus dat is niet elk weekend. Deze afspraak tussen Bureau Jeugdzorg en klager is aanvankelijk mondeling en later schriftelijk
vastgelegd. De communicatie tussen de behandelaars en klager verliep stroef. Er hebben meermalen gesprekken plaatsgevonden. Het behandelteam kon vanwege klagers pathologie geen inschatting meer maken. De samenwerking was vastgelopen.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat de spanning rond de contacten met klagers kinderen
eerder een uiting zijn geweest van de problemen van klager dan de oorzaak daarvan. De samenwerking tussen klager en het behandelteam verliep al langere tijd moeizaam. Klager was voor het behandelteam moeilijk inschatbaar. Wat betreft klagers culturele
achtergrond blijkt uit de stukken dat het behandelteam hiermee rekening heeft gehouden, hetgeen er tevens op duidt dat de inrichting heeft willen inzetten op een behandeling. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven