Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2876/SGA, 9 september 2011, schorsing
Uitspraakdatum:09-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2876/SGA

Betreft: [klager] datum: 9 september 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zoetermeer.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde locatie, inhoudende de verlenging met veertien dagen van een eerder, te weten op 23
augustus
2011, opgelegde ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan activiteiten, in die zin dat de telefoon niet meer dan één keer per week gedurende 10 minuten mag worden gebruikt voor de bij verzoeker en de penitentiair inrichtingswerkers bekende
telefoonnummers (welke door de p.i.w.-ers worden ingetoetst). De verlenging is ingegaan op 5 september 2011 om 00.00 uur en zal eindigen op 19 september 2011 om 00.00 uur. De op 23 augustus 2011 opgelegde ordemaatregel is opgelegd naar aanleiding van
door de directeur ontvangen ambtsberichten dat verzoeker, hoewel het hem verboden is, contact heeft gezocht met het slachtoffer en diens relaties. De ordemaatregel is verlengd daar in de gronden van de eerder genomen ordemaatregel nog geen wijziging is
gekomen.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 6 september 2011 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 8 september 2011.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent het schorsingsverzoek schriftelijk naar voren gebracht.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat hier het geval.

In artikel 39 van de Pbw is een regeling opgenomen met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van het telefoonverkeer door/met gedetineerden. Nu dit artikel aan de directeur mogelijkheden biedt om beperkingen en/of
toezichtsmaatregelen in te stellen ten aanzien van telefooncontacten van verzoeker, kan dit – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet geschieden bij wijze van ordemaatregel. Het opleggen van die ordemaatregel is daarom in strijd met de wet.
Het vorenstaande maakt dat de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gegeven door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 september 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven