Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2575/SGA, 12 augustus 2011, schorsing
Uitspraakdatum:12-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2575/SGA

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de gevangenis BGG te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van 8 augustus 2011, inhoudende de toepassing van de toezichtsmaatregelen het opnemen en beluisteren
telefoongesprekken, uitgebreide celinspecties, wekelijkse fouillering en visitatie na bezoek en op indicatie tot 8 september 2011.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 8 juli 2011, van de mondelinge uitspraak op voornoemd klaagschrift van 8 augustus 2011, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 11 augustus 2011.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat het beklag over de toepassing van deze maatregelen op 8 augustus 2011 op alle punten gegrond is verklaard. Desondanks heeft de directeur op 8 augustus 2011 de toezichtmaatregelen verlengd voor een maand. Aangezien de
directeur heeft meegedeeld dat hij tegen de gegrondverklaring van het beklag in beroep gaat, vraagt verzoeker om de toepassing van de toezichtsmaatregelen te schorsen totdat de beroepscommissie op het beroep van de directeur heeft beslist.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Het is juist dat de beklagcommissie het beklag over de toepassing van de toezichtsmaatregelen van 8 juli 2011 gegrond heeft verklaard. De directeur is in beroep gegaan omdat hij van mening
is dat er wel degelijk gronden zijn/waren om de toezichtsmaatregelen op te leggen. Verzoeker staat op de GVM-lijst met als status ‘hoog’. Hij is tijdens de huidige detentie daadwerkelijk ontvlucht geweest. Omdat verzoeker bekend staat als
vluchtgevaarlijk en er zeker ontvluchtingsplannen zijn gemaakt in de BBG waar verzoeker verblijft – waarbij verzoeker ook in beeld kwam – is besloten de toepassing van de toezichtsmaatregelen op 8 augustus 2011 opnieuw op te leggen.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel, zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.
Nu er nog geen schriftelijke uitspraak van de beklagcommissie beschikbaar is, gaat de voorzitter van het navolgende uit. Verzoeker heeft aangegeven dat zijn beklag tegen toepassing van de toezichtsmaatregelen van 8 juli 2011 op alle punten gegrond is
verklaard. De directeur heeft dit in zijn reactie niet weersproken. De directeur heeft bevestigd dat verzoekers beklag gegrond is verklaard.
De informatie en redenen die aan de toezichtsmaatregelen van 8 augustus 2011 ten grondslag zijn gelegd, zijn volkomen identiek aan de informatie en redenen die ten grondslag zijn gelegd aan de toezichtsmaatregelen van 8 juli 2011, hetgeen de directeur
in zijn schriftelijke reactie heeft bevestigd. Hoewel een verlenging van een maatregel soms op dezelfde informatie en gronden kan berusten, ontbreekt die vanzelfsprekendheid in ieder geval wanneer die maatregel door een inhoudelijke beoordeling is
aangetast. Immers, het effect van een mogelijkheid als beklag zou illusoir worden wanneer, nadat met succes is geklaagd tegen toepassing van een maatregel, die maatregel vervolgens op precies dezelfde gronden en wijze opnieuw wordt toegepast.
Nu is gebleken dat verzoekers beklag tegen de toezichtsmaatregelen van 8 juli 2011 gegrond is verklaard en de onderhavige toezichtsmaatregelen op precies dezelfde gronden berusten, moeten die laatste maatregelen als beslissing, naar het voorlopig
oordeel van de voorzitter, als onredelijk worden aangemerkt. Dat de directeur de toezichtsmaatregelen enigszins heeft verlicht, doet daaraan niet af nu het in de kern om hetzelfde pakket van maatregelen gaat.

Het verzoek zal worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst met onmiddelijke ingang de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van 8 augustus 2011 tot het moment dat de beroepscommissie op het beroep zal hebben beslist.

Aldus gegeven door mr.dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven