Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1027/GA, 7 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1027/GA

betreft: [klager] datum: 7 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.P.J. Beerens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 maart 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juli 2011, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. I.P.J. Beerens.
De directeur van p.i. Hoogeveen heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft a de interne overplaatsing ingediend door klager als voorzitter van de gedetineerdencommissie (gedeco) b de (voorgenomen) interne overplaatsing van klager zelf.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a en het beklag onder b ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een rechtstreeks belang bij het indienen van de klacht onder a omdat hij als voorzitter van de gedeco de gedetineerden van afdeling 6 vertegenwoordigt ten aanzien van de beslissing tot overplaatsing van 2 februari 2011.
Er ligt een beslissing tot overplaatsing, maar klager verblijft nog op afdeling 7. Op deze afdeling verblijven langgestrafte gedetineerden, die allemaal deelnemen aan het programma terugdringen Recidive (TR). De gedetineerden hebben een grote
bewegingsvrijheid en ze hebben de beschikking over een eigen keuken en een grote luchtplaats. Op de afdeling 6 verblijven ISD-deelnemers en de verslavingsproblematiek van die gedetineerden zorgt voor onrust. Afdeling 6 kent een strenger regime en er
is
een beperkte luchtplaats en keuken. Er zijn inmiddels zeven gedetineerden overgeplaatst naar afdeling 6 en het TR-traject is stil gelegd. Op beide afdelingen vinden geen groepsgesprekken meer plaats. Klager wil geen begeleiding. Klager komt
waarschijnlijk in januari 2012 in aanmerking voor plaatsing in een open inrichting.

De directeur heeft in beroep verwezen naar zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
Op basis van artikel 60 van de Pbw kan niet worden geklaagd over de bejegening van medegedetineerden. Klager dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht onder a.
Een mogelijke overplaatsing van woonafdeling 7 naar woonafdeling 6 betekent geen verandering voor wat betreft de bestemming van de afdeling en het regime. Afdeling 6 is evenals afdeling 7 aangemerkt als gevangenis met een regime van algehele
gemeenschap. De besteedbare activiteitentijd blijft ongewijzigd, maar de huidige activiteiten zullen wat anders over de week verdeeld worden. Voorts is klager nog niet overgeplaatst en het staat niet vast dat dit op korte termijn gaat plaatsvinden.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder b:
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is niet aannemelijk geworden dat afdeling 6 een strenger regime kent dan klagers huidige afdeling. De directeur heeft aangegeven dat de tijd voor activiteiten op beide afdelingen hetzelfde is. Klager heeft
medegedeeld geen behoefte te hebben aan begeleiding.
Nu van een jegens klager onredelijke of onbillijke beslissing van de directeur niet is gebleken, kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie leiden. Dit betekent dat het beroep ongegrond zal worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven