Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1676/TB, 28 februari 2002, beroep
Uitspraakdatum:28-02-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1676/TB

betreft: [klager] datum: 28 februari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 3 september 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend doormr. P.R.M. Noppen, namens

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 21 augustus 2001 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 januari 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.R.M. Noppen, en namens de Minister, mevrouw [...] enmevrouw [...]. Van het horen is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in Hoeve Boschoord te Boschoord.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 21 augustus 2001 beslist klager te plaatsen in Hoeve Boschoord. Dezeplaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Hoeve Boschoord.
Tbs is van oudsher gericht op de behandeling van de tbs-gestelde en het bieden van een veilige omgeving aan de tbs-gestelde. De beslissing van de Minister om klager te plaatsen in Hoeve Boschoord staat in de weg aan beidedoeleinden. Klager heeft reeds eerder in Hoeve Boschoord verbleven en heeft slechte ervaringen met het behandelteam van Hoeve Boschoord. Zo werd hij gestraft voor het onderhouden van homoseksuele contacten, terwijl anderen ongemoeidwerden gelaten. Daarnaast is de (vaste) relatie die klager onderhield met een jongen in Assen verbroken door iemand uit het behandelteam. Ook het feit dat klager ooit gereedschap van een andere bewoner heeft stukgemaakt, zal niet inzijn voordeel werken bij een eventuele plaatsing in Hoeve Boschoord. Klager heeft inmiddels begrepen dat er sinds zijn eerdere behandeling in Hoeve Boschoord geen noemenswaardige wijziging is opgetreden in de samenstelling van hetbehandelteam, zodat zijn (coördinerend) behandelaar dezelfde zal zijn als toen. Het feit dat klager ‘welkom’ is in Hoeve Boschoord, doet daaraan niet af.
Klagers toenmalige behandelend psychiater heeft voorgesteld klager tbs met voorwaarden op te leggen en Stichting Kairos was bereid klager op te vangen, maar het Pieter Baan Centrum (PBC) en de reclassering hebben gepleit voor tbsmet dwangverpleging en dat heeft de doorslag gegeven. Dit betekent wel dat klager (nog) een hele goede ‘behandelkans’ heeft. Voorwaarde daarbij zou dan wel moeten zijn dat hij ook echt met een schone lei kan beginnen; dat is inHoeve Boschoord niet mogelijk.
Hoeve Boschoord is niet de enige tbs-inrichting voor zwakbegaafden; er kan best gezocht worden naar een andere plaats voor klager. Bovendien is het niet mogelijk voor klagers moeder om naar Boschoord te komen; zij is oud en slechtter been. Klager vindt het wel haast onverteerbaar dat hij in Hoeve Boschoord de eerste drie maanden op een gesloten afdeling zal worden geplaatst, zodat hij zijn moeder in ieder geval drie aaneengesloten maanden niet zal kunnenzien. Klager vindt het belangrijk dat zijn behandeling doorgang vindt, maar het bezoek van zijn moeder is juist ook in dat kader erg belangrijk. Toen hij overspannen was, is hij om die reden dichterbij zijn moeder geplaatst.Bovendien zou een inrichting als de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek (hierna: de Pompekliniek) hem een nieuwe structuur en nieuwe behandelaars bieden, zodat hij verwacht een plaatsing op de gesloten afdeling van die inrichting alsminder zwaar te ervaren.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Ten aanzien van de selectie van tbs-gestelden in het kader van een eerste opname in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, welkeplaatsvindt op basis van in het dossier aanwezige informatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een licht zwakzinnige man is, afkomstig uit een pedagogisch zeer verwaarlozend milieu, waarbinnen hij in meerdere opzichten groteachterstanden heeft opgelopen en waardoor hij imponeert als een grote kleuter. Zijn persoonlijkheid wordt gekenmerkt door antisociale en afhankelijke kenmerken, hetgeen hem bijzonder kwetsbaar maakt voor omgevingsinvloeden. KlagersIQ wordt geschat op 64. Ten aanzien van klager is niet gebleken van een extreem beheers- en/of vluchtrisico. Rekening houdend met de bestaande wachtlijsten resulteerden voornoemde bevindingen in selectie voor Hoeve Boschoord.
Klager heeft al eerder een tbs opgelegd gekregen, namelijk bij vonnis d.d. 28 augustus 1986. Hij heeft toen tot aan de beëindiging van zijn tbs in 1994 in Hoeve Boschoord verbleven.
Grondslag voor klagers beroep is onder andere dat hij niet terug wil naar Hoeve Boschoord omdat er destijds problemen tussen hem en het behandelteam bestonden. Uit een telefonisch onderhoud met de opnamecoördinator van HoeveBoschoord kwam echter naar voren dat klagers onwil om terug te keren niet te wijten is aan een ontwrichte behandelingsrelatie, of aan incidenten die zich zouden hebben voorgedaan, maar aan het gevoel van klager gefaald te hebben.‘Herplaatsing’ van klager in Hoeve Boschoord zou dat met zich meebrengen. Nu ook de pro justitia rapportage vermeldt dat klager kampt met faalangst en een negatief zelfbeeld lijkt dit een plausibele verklaring voor klagers tegenzin.Ook is er overigens door de opnamecoördinator op gewezen dat het grootste deel van de behandelaren uit 1994 niet meer werkzaam is in Hoeve Boschoord. Klager is welkom in Hoeve Boschoord.
Voorzover klagers beroep is gericht op het feit dat de reisafstand naar Hoeve Boschoord voor zijn moeder, die slecht ter been is, te groot is, vindt de Minister ook daarin geen reden van klagers plaatsing in Hoeve Boschoord af tezien.
Hoewel het begrijpelijk is dat klager om die reden liever in de Pompekliniek te Nijmegen wordt geplaatst, kan bij de selectie voor een tbs-inrichting geen rekening worden gehouden met de voorkeur voor plaatsing in een bepaalderegio. Hoeve Boschoord biedt voldoende gedegen bezoekmogelijkheden, terwijl klager in een later stadium van zijn behandeling, bijvoorbeeld in het kader van resocialisatie of verlof, indien gewenst alsnog in de regio van zijnvoorkeur kan worden geplaatst. Dit is tijdens zijn vorige tbs ook gebeurd.
Nu klagers IQ lager dan 80 is, komen er slechts twee inrichtingen voor plaatsing in aanmerking, Hoeve Boschoord en Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht). Veldzicht heeft echter slechts acht tottien plaatsen beschikbaar, terwijl zij nog maar kort gespecialiseerd is en de doorstroom klein is. De wachtlijst voor Veldzicht is dus minstens net zo lang als de wachtlijst voor Hoeve Boschoord. Ten slotte heeft Hoeve Boschoordaangegeven zeer wel bereid en in staat te zijn klager de juiste behandeling te bieden. De Minister ziet zich dan ook niet genoodzaakt zijn beslissing te herzien.

4. De beoordeling
Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt,en
de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose, de gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico en de bestaande wachtlijsten.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn moeder is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Indien in alle gevallen rekening zou worden gehouden met de regionale voorkeur vantbs-gestelden, zou dit leiden tot een vergroting van de wachtlijsten voor plaatsing in een tbs-inrichting en een verlenging van de gemiddelde passantentermijn. Het belang van een zo snel mogelijke plaatsing van tbs-gestelden, teweten een zo spoedig mogelijke aanvang van de behandeling, weegt daarom in de regel zwaarder dan een regionale voorkeur van tbs-gestelden.
Voorzover klager heeft willen benadrukken dat er ook andere inrichtingen zijn die zouden kunnen voorzien in de specifieke behandeling die klager nodige heeft, overweegt de beroepscommissie dat deze stellingname, in het licht vanhetgeen hierover door de Minister naar voren is gebracht, evenmin tot een ander oordeel kan leiden.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in Hoeve Boschoord niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie nog op dat het voor een vruchtbare behandeling van klager van belang is dat het vertrouwen in het goede verloop van die behandeling bij alle partijen aanwezig is. Nu klager er erg tegenopziet weer onder de vleugels te komen van zijn vroegere behandelaars zal daar wellicht rekening mee gehouden kunnen worden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, dr. F.A.M. Kortmann en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 28 februari 2002.

secretaris voorzitter

nummer: 01/1676/TB

betreft: [...], verder te noemen klager.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 18 januari 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. J.M. van der Vaart
leden: dr. F.A.M. Kortmann en dr. E. Rood-Pijpers.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. D.R. Kruithof.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.R.M. Noppen, alsmede namens de Minister mevrouw [...] en mevrouw [...].

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Hoeve Boschoord.
Tbs is van oudsher gericht op de behandeling van de tbs-gestelde en het bieden van een veilige omgeving aan de tbs-gestelde. De beslissing van de Minister om klager te plaatsen in Hoeve Boschoord staat in de weg aan beidedoeleinden. Klager heeft reeds eerder in Hoeve Boschoord verbleven en heeft slechte ervaringen met het behandelteam van Hoeve Boschoord. Zo werd hij gestraft voor het onderhouden van homoseksuele contacten, terwijl anderen ongemoeidwerden gelaten. Daarnaast is de (vaste) relatie die klager onderhield met een jongen in Assen verbroken door iemand uit het behandelteam. Ook het feit dat klager ooit gereedschap van een andere bewoner heeft stukgemaakt, zal niet inzijn voordeel werken bij een eventuele plaatsing in Hoeve Boschoord. Klager heeft inmiddels begrepen dat er sinds zijn eerdere behandeling in Hoeve Boschoord geen noemenswaardige wijziging is opgetreden in de samenstelling van hetbehandelteam, zodat zijn (coördinerend) behandelaar dezelfde zal zijn als toen. Het feit dat klager ‘welkom’ is in Hoeve Boschoord, doet daaraan niet af.
Klagers toenmalige behandelend psychiater heeft voorgesteld klager tbs met voorwaarden op te leggen en Stichting Kairos was bereid klager op te vangen, maar het Pieter Baan Centrum (PBC) en de reclassering hebben gepleit voor tbsmet dwangverpleging en dat heeft de doorslag gegeven. Dit betekent wel dat klager (nog) een hele goede ‘behandelkans’ heeft. Voorwaarde daarbij zou dan wel moeten zijn dat hij ook echt met een schone lei kan beginnen; dat is inHoeve Boschoord niet mogelijk.
Hoeve Boschoord is niet de enige tbs-inrichting voor zwakbegaafden; er kan best gezocht worden naar een andere plaats voor klager. Bovendien is het niet mogelijk voor klagers moeder om naar Boschoord te komen; zij is oud en slechtter been. Klager vindt het wel haast onverteerbaar dat hij in Hoeve Boschoord de eerste drie maanden op een gesloten afdeling zal worden geplaatst, zodat hij zijn moeder in ieder geval drie aaneengesloten maanden niet zal kunnenzien. Klager vindt het belangrijk dat zijn behandeling doorgang vindt, maar het bezoek van zijn moeder is juist ook in dat kader erg belangrijk. Toen hij overspannen was, is hij om die reden dichterbij zijn moeder geplaatst.Bovendien zou een inrichting als de Pompekliniek hem een nieuwe structuur en nieuwe behandelaars bieden, zodat hij verwacht een plaatsing op de gesloten afdeling van die inrichting als minder zwaar te ervaren.

Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Grondslag voor klagers beroep is onder andere dat hij niet terug wil naar Hoeve Boschoord omdat er destijds problemen tussen hem en het behandelteam bestonden. De opnamecoördinator van Hoeve Boschoord heeft echter gewezen op hetfeit dat het grootste deel van de behandelaren uit 1994 niet meer werkzaam is in Hoeve Boschoord.
Voorzover klagers beroep is gericht op het feit dat de reisafstand naar Hoeve Boschoord voor zijn moeder, die slecht ter been is, te groot is, vindt de Minister ook daarin geen reden van klagers plaatsing in Hoeve Boschoord af tezien. Hoewel het begrijpelijk is dat klager om die reden liever in de Pompekliniek te Nijmegen wordt geplaatst, kan bij de selectie voor een tbs-inrichting geen rekening worden gehouden met de voorkeur voor plaatsing in een bepaalderegio. Hoeve Boschoord biedt voldoende gedegen bezoekmogelijkheden, terwijl klager in een later stadium van zijn behandeling, bijvoorbeeld in het kader van resocialisatie of verlof, indien gewenst alsnog in de regio van zijnvoorkeur kan worden geplaatst.
Nu klagers IQ lager dan 80 is, komen er slechts twee inrichtingen voor plaatsing in aanmerking, Hoeve Boschoord en Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht). Veldzicht heeft echter slechts acht tottien plaatsen beschikbaar, terwijl zij nog maar kort gespecialiseerd is en de doorstroom klein is. De wachtlijst voor Veldzicht is dus minstens net zo lang als de wachtlijst voor Hoeve Boschoord. Ten slotte heeft Hoeve Boschoordaangegeven zeer wel bereid en in staat te zijn klager de juiste behandeling te bieden.

secretaris voorzitter

Naar boven