Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2033/GB, 5 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:05-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

.

Nummer: 11/2033/GB

Betreft: [klager] datum: 5 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. R. Skála, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juni 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van Unit 7 van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 september 2010 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) I te Vught. Op 17 mei 2011 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de Unit 7 van de p.i.
Vught.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager handhaaft primair zijn stellingen zoals die in het bezwaarschrift zijn verwoord en verwijst naar een eerder ingediend beroepschrift van 7 maart 2011 in de zaak 11/685/GB. De
selectiefunctionarissen bepleiten feitelijk dat klager behandeld dient te worden op een PPC, maar zij zien hiervan af vanwege de weigerachtige houding van klager. Klager kan zich niet in deze lezing vinden, aangezien hem onvoldoende wordt duidelijk
gemaakt wat er van hem wordt verwacht. De beste oplossing is een overplaatsing naar de PPC in Zwolle.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Gezien de weigerachtige houding van klager hebben de schaarste aan PPC-cellen en de hogere kosten die hieraan verbonden zijn, doen besluiten om klager terug te
plaatsen.
Klager krijgt voldoende zorg op de interne differentiatie-afdeling extra zorgvoorziening (EZV). Klager is een passieve man die veel klaagt over zijn fysieke gesteldheid, maar zich zowel lichamelijk als psychisch niet wil laten onderzoeken. Deze houding
laat zich op het PPC niet onderbreken en een plaatsing in de PPC Zwolle is dan ook niet aan de orde. Daarnaast is klager preventief gedetineerd voor het arrondissement Den Bosch en zal hij bij bevestiging van de uitspraak in eerste aanleg zijn sanctie
moeten ondergaan in de p.i. Vught.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
weigert mee te werken aan psychodiagnostisch- evenals lichamelijk onderzoek. Het verblijf in een PPC heeft derhalve niet langer een meerwaarde. Daarbij komt dat de selectiefunctionaris de directeur heeft geadviseerd klager te plaatsen op de EZV waar
hij
voldoende zorg ontvangt. . Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van A. Verwest, secretaris, op 5 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven