Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2357/GV, 1 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2357/GV

betreft: [klager] datum: 1 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.G.M. Kral, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 juli 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klagers strafonderbreking te beëindigen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Uit het feit dat het schrijven van de selectiefunctionaris gedateerd is op 13 juli 2011 terwijl de door de selectiefunctionaris verleende strafonderbreking feitelijk beëindigd is op 21 maart 2011, mag
worden afgeleid dat de beslissing tot beëindiging van de strafonderbreking niet door de selectiefunctionaris is genomen. Uit niets blijkt dat de selectiefunctionaris is geraadpleegd, noch blijkt op basis van welke argumenten hij zich een oordeel heeft
gevormd over de beëindiging van de strafonderbreking. Voor wat betreft het onderhouden van contacten met de inrichting, wordt verwezen naar het bijgaand schrijven van klagers mentor. Daarin staat dat klager conform afspraak wekelijks naar de afdeling
heeft gebeld. Klager heeft diverse malen verlof gehad, welke alle probleemloos zijn verlopen en waarbij klager zijn afspraken is nagekomen. Het is juist dat klager eenmaal niet op het verlofadres heeft overnacht. In verband met bijzondere
omstandigheden
(terminale situatie moeder) heeft hij elders overnacht. Van alcoholgebruik is geen sprake. Er zou sprake zijn geweest van ordeverstoring. Klager was geëmotioneerd vanwege de precaire gezondheidstoestand van zijn moeder. Daarbij werd klager aangesproken
door politiebeambten die hem meedeelden dat hij op de telex stond. Klager heeft hen meegedeeld dat hij ten onrechte gesignaleerd stond, hetgeen ook is gebleken.
Onrust die in de familiesfeer speelt kan moeilijk als maatschappelijke onrust worden gekwalificeerd. De relatie tussen klager en een broer is niet bijzonder goed. Deze verstandhouding heeft er echter niet aan in de weg gestaan klager eerdere verloven
toe te kennen die bovendien geen maatschappelijke onrust teweeg hebben gebracht.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur heeft de strafonderbreking beëindigd. Tijdens een beklagzitting is aangegeven dat klager hiervan formeel een beschikking dient te hebben. De directeur heeft derhalve om deze beschikking verzocht. Daartoe dient de selectiefunctionaris
echter
een verzoek tot beëindiging in de vorm van een advies te ontvangen, hetgeen op 12 juli 2011 is gebeurd. De selectiefunctionaris heeft op 13 juli 2011 een formele beslissing beëindigen strafonderbreking genomen.

3. De beoordeling
Aan klager is een strafonderbreking voor de duur van 30 dagen verleend. Deze strafonderbreking ging in op 7 maart 2011 en is per 21 maart 2011 ingetrokken. Ingevolge artikel 39 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan strafonderbreking
slechts worden verleend, gewijzigd en ingetrokken door de Staatssecretaris. Niet is gebleken dat er op of omstreeks 21 maart 2011 door of namens de Staatssecretaris een dergelijke beslissing is genomen. Niet eerder dan op 13 juli 2011 is, na een
verzoek
daartoe door de directeur van de penitentiaire inrichtingen Vught, met terugwerkende kracht namens de Staatssecretaris een beslissing tot intrekking van de strafonderbreking genomen. Deze gang van zaken is in strijd met eerdergenoemd wettelijk
voorschrift.

Voor wat betreft de inhoud van de beslissing overweegt de beroepscommissie het volgende.
In het advies vrijheden strafonderbreking wordt gesteld dat de strafonderbreking is beëindigd vanwege:
“- het niet houden van afspraken.
- niet aanwezig op verlofadres
- sprake van alcoholgebruik
- orde- verstoring in ziekenhuis, waardoor ziekenhuisverbod is opgelegd
-maatschappelijk onrust welke vooral in familiesfeer afspeelt.”

Deze gronden worden op geen enkele wijze nader toegelicht of onderbouwd. Namens de Staatssecretaris worden deze gronden bovendien letterlijk overgenomen in de beslissing tot intrekking van de strafonderbreking. In beroep wordt de lezing over het
gebeuren van klager niet weersproken.
De beroepscommissie acht de beslissing tot intrekking van de strafonderbreking niet op juiste gronden genomen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.
Nu een gegrondverklaring en een eventuele nieuwe beslissing de gevolgen niet meer ongedaan kunnen maken, zal aan klager een tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 300,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 1 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven