Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1309/GB, 23 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1309/GB

Betreft: [klager] datum: 23 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Maat, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 januari 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis met een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is enkel afgewezen op grond van de vermeende weigering tot deelname aan Terugdringen Recidive (TR). In de uitspraak 10/3738/GV heeft de beroepscommissie beslist dat de wet aan gedetineerden niet de verplichting oplegt om deel te nemen
aan TR en dat de enkele weigering om mee te werken daarom geen afwijzingsgrond oplevert. Volgens de beroepscommissie kan aan de uitslag van het Risc-onderzoek geen beslissende betekenis worden toegekend, omdat uit het uittreksel uit het algemeen
documentatieregister onvoldoende recidiverisico blijkt om een afwijzing te rechtvaardigen. Bovendien zijn de persoonlijke belangen van klager - onder meer het verlangen om tijd door te brengen met zijn kinderen en het verder bouwen aan het huis van
zijn
ouders, alsmede de mogelijkheid daadwerkelijk te werken aan zijn resocialisatie - onverkort aanwezig. Deze persoonlijke belangen, alsmede het maatschappelijk belang van de resocialisatie, wegen zwaarder dan de ingebrachte bezwaren van de
selectiefunctionaris.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Met ingang van 25 februari 2011 is klagers TR-traject officieel beëindigd. Aanleiding hiertoe was de weigering tot deelname aan het vastgesteld re-ïntegratieplan. Onder verwijzing naar de artikelen 2 en 3 van de Regeling selectie, plaatsing en
overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) voldoet klager door zijn weigering niet langer aan de criteria voor doorplaatsing naar een setting met regimaire vrijheden.
Het eerder gegrond verklaarde beroep 10/3738/GV had betrekking op een afwijzing van algemeen verlof en het niet deelnemen aan TR valt voor wat betreft algemeen verlof buiten het wettelijk kader en is geen grond voor afwijzing van algemeen verlof, maar
wel voor afwijzing van doorplaatsing naar een inrichting met regimaire verloven.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is
opgelegd, tenminste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een strafrestant hebben van tenminste zes weken en ten hoogste zes
maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Op grond van artikel 2, tweede lid aanhef en onder c, van de Regeling komen gedetineerden niet in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. ten aanzien van wie is geconstateerd dat zij deelname weigeren, dan wel hun deelname weigeren voort te
zetten aan een traject in het kader van het programma TR.

4.3. Uit het advies vrijheden van de locatie Westlinge volgt dat in het kader van TR een opname van klager in de Piet Roordakliniek geïndiceerd wordt geacht. Klager is het hier niet mee eens en neemt daarom geen deel aan TR. Hij wordt daarom
beschouwd als TR-weigeraar. Met ingang van 25 februari 2011 is klagers TR-traject beëindigd.

4.4. Gelet op het bovenstaande voldoet klager niet aan de voorwaarden voor plaatsing in een z.b.b.i en is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris juist is. Zij zal
derhalve het beroep ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven