Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1041/GA, 17 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1041/GA

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 maart 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 15,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende
1. het feit dat klager zijn selectieadvies niet heeft mogen inzien (tegemoetkoming van € 7,50) en
2. het feit dat klager geen verlof heeft mogen aanvragen (tegemoetkoming van € 7,50), op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager in zijn vrijheden is beperkt en door toedoen van Justitie een verlof heeft ingeleverd. Het eerste verlof dat hij in Heerhugowaard heeft aangevraagd is direct
toegewezen. Klager had al in december in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) kunnen zitten, waar hij ieder weekend verlof zou hebben gehad en meer geld verdiend zou hebben. Hij wordt nu op 7 april 2011 overgeplaatst naar de locatie
Fleddervoort in Veenhuizen. Dit is drie maanden later. Klager vraagt hem een tegemoetkoming van € 900,= toe te kennen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De klacht betreffende het niet kunnen aanvragen van verlof is eerder behandeld door de beklagrechter. Deze heeft de tegemoetkoming bepaald en het is niet aan de p.i. Nieuwegein om dit vast te stellen. De
klacht betreffende het te laat geplaatst zijn in een z.b.b.i. is niet eerder door de beklagrechter behandeld. De klacht waarvoor klager is gecompenseerd had namelijk betrekking op het niet kunnen lezen van zijn selectieadvies. Deze klachten zijn
inhoudelijk niet gelijk en dus betreft dit een nieuwe klacht waarin niet eerder verweer mogelijk is geweest. De door klager genoemde overplaatsingsdatum is overigens niet de datum waarop klager gefaseerd moet zijn, vanaf deze datum is de fasering
mogelijk.

3. De beoordeling
De beklagrechter heeft aan klager een tegemoetkoming van € 15,= toegekend vanwege het feit dat klager zijn selectieadvies niet heeft mogen inzien en het feit dat klager geen verlof heeft kunnen aanvragen. De vraag of positief op een aanvraag van verlof
en detentiefasering zou zijn beslist, is hier niet aan de orde. Daarom kunnen de door klager genoemde kosten, die bestaan uit het gemist hebben van vrijheden, vanwege het feit dat hij te laat verlof heeft gehad en te laat in een z.b.b.i. is geplaatst,
niet worden meegewogen bij de beoordeling van de tegemoetkoming. Klager heeft een tegemoetkoming ontvangen voor het door hem ondervonden ongemak en de beroepscommissie kan zich verenigen met deze tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van A. Verwest, secretaris, op 17 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven