Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0835/GA, 8 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/835/GA

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam,

gericht tegen een uitspraak van 16 maart 2011 van de beklagcommissie bij voormeld detentiecentrum, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 juli 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam.
Klager is inmiddels in vrijheid en is niet ter zitting verschenen.
De directeur heeft op 4 juli 2011 een afschrift van een brief van 27 januari 2011 aan de beroepscommissie doen toekomen met als onderwerp: ‘beëindiging waarneming functie plaatsvervangend vestigingsdirecteur’.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in afzonderingscel met cameraobservatie.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaald dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is in afzondering geplaatst wegens het vermoeden dat hij contrabande had ingeslikt. Het afdelingshoofd was bevoegd om de maatregel op te leggen. Verwezen wordt naar het besluit van 27 maart 2008 betreffende de (straf)bevoegdheid van het
afdelingshoofd. In dit besluit staat geen einddatum vermeld, maar de tijdelijke bevoegdheid gold tot 1 januari 2011. De directeur heeft toegezegd een besluit aan de beroepscommissie te doen toekomen waarin ook de einddatum vermeld staat.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in afzonderingscel met cameraobservatie, welke maatregel door het afdelingshoofd is opgelegd op 1 januari 2011. In het dossier bevindt zich een besluit van 27 maart 2008, dat, kort
gezegd
en zakelijk weergegeven, slechts inhoudt dat het afdelingshoofd wordt aangewezen als ‘vervanger van de directeur’. Dit besluit treedt in werking op de dag van dagtekening; er is geen einddatum vermeld. Gelet hierop en gezien het verhandelde ter zitting
acht de beroepscommissie niet aannemelijk dat het afdelingshoofd bevoegd was de onderhavige maatregel op 1 januari 2011 op te leggen. De inhoud van de nader toegezonden brief maakt dit oordeel niet anders, nu deze brief van de vestigingsdirecteur van
het detentiecentrum Noord-Holland, gericht aan het betreffende afdelingshoofd, een interne personeelsaangelegenheid betreft. Hierin staat bovendien de functie ‘waarnemend plaatsvervangend vestigingsdirecteur’ vermeld. Gezien het vooroverwogene zal de
beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.G.A. van den Brand en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven