Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0649/GA, 8 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/0649/GA

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2011 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 juli 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Haarlem.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft de interne verhuizing van de E.Z.V.-afdeling naar een reguliere afdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaald dat klager een tegemoetkoming van € 10,= toekomt.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De interne verhuizing is ongelukkig geweest, echter klager had niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. De interne verhuizing vond plaats op 1 november 2010. Het beklag dateert van een maand later. Met betrekking tot de inhoud van het beklag kan de
directeur zich vinden in de uitspraak van de beklagcommissie.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is niet te laat met zijn beklag. Klager wilde in beklag, maar aan hem is meegedeeld dat het niet gewaardeerd wordt dat hij telkens in beklag gaat. Er is geadviseerd eerst om bemiddeling te vragen alvorens een klacht in te dienen. Klager heeft
direct na de overplaatsing aan de maandcommissaris verzocht om te bemiddelen en tevens om een gesprek met de medische dienst verzocht, omdat hij niet op de reguliere afdeling hoort. Hij heeft tweemaal een sprekersbriefje ingevuld. Eén op de
E.Z.V.-afdeling en één op de reguliere afdeling. Een briefje is zoekgeraakt. De maandcommissaris was ook de voorzitter van de beklagcommissie. Er heeft geen bemiddeling plaatsgevonden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie concludeert dat de directeur ter zitting zijn beroep heeft beperkt tot de beslissing van de beklagcommissie met betrekking tot de ontvankelijkheid van klager. Uit het dossier blijkt dat het door klager ingediende beklag in voldoende
mate aangeeft dat en waarom klager bezwaar had tegen de overplaatsingsbeslissing, dat de daadwerkelijke overplaatsing en terugplaatsing bij elkaar ongeveer anderhalf uur heeft geduurd en dat de administratieve behandeling en de gang van zaken eerst na
ongeveer één maand is afgerond. Gelet hierop oordeelt de beroepscommissie dat klager terecht in zijn beklag is ontvangen. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.G.A. van den Brand en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven