Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2215/GB, 4 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2215/GB

Betreft: [klager] datum: 4 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C.B. Dionisius, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 5 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar op te roepen om zich op 8 augustus 2011 te melden bij de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Evertsoord voor het ondergaan van
een haar onherroepelijk opgelegde gevangenisstraf, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is op 28 april 2009 door het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek. De veroordeling is op 8 februari 2011 onherroepelijk geworden. Op 20 april 2011 heeft klaagster een verklaring
ondertekend waarin zij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep tot het melden in een beperkt beveiligde inrichting.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klaagster is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven –toegelicht.
Klaagster kampt met een zware vorm van MS, waarvoor zij al lange tijd onder behandeling is en zware medicatie voorgeschreven krijgt. Klaagster acht zichzelf niet detentiegeschikt. In afwachting van een beslissing omtrent een door klaagster ingediend
gratieverzoek is verzocht om opschorting van de executie van de opgelegde vrijheidsstraf. Dat verzoek is, na advies van de medisch adviseur van het ministerie van Veiligheid en Justitie, afgewezen. Klaagster zou detentiegeschikt zijn maar bij voorkeur
geplaatst moeten worden in de buurt van Breda, zulks in verband met de controles door de behandelend neuroloog. Klaagster kreeg daarop te horen dat zij zich dient te melden bij de locatie Ter Peel. Omdat het advies van de Medisch Adviseur niet door de
selectiefunctionaris aan klaagster ter hand is gesteld, kan dit niet worden getoetst. Ook is de medisch adviseur tot zijn oordeel gekomen zonder feitelijk onderzoek van klaagster. Daarom is de conclusie omtrent klaagsters detentiegeschiktheid
onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen. Dat heeft gevolgen voor de bestreden beslissing. Die is dan ook niet zorgvuldig tot stand gekomen. Verder is de selectiefunctionaris afgeweken van het advies van de medisch adviseur door klaagster in de locatie
Ter Peel te plaatsen. Een plaatsing in de penitentiaire inrichtingen Breda had meer voor de hand gelegen. Door ongemotiveerd van het medische advies af te wijken, is het motiveringsbeginsel geschonden.
Ook had de selectiefunctionaris in redelijkheid niet tot deze beslissing kunnen komen. Klaagsters belangen zijn onvoldoende afgewogen. Noch met klaagsters eigen medische situatie, noch met die van haar levensgezel is rekening gehouden. Gelet op een en
ander had met het oproepen van klaagster gewacht moeten worden tot het moment dat op het gratieverzoek is beslist. Een en ander leidt ertoe dat het beroep gegrond moet worden verklaard en dat de executie moet worden opgeschort tot het moment dat op het
gratieverzoek zal zijn beslist.

3.2. De selectiefunctionaris heeft ter toelichting verwezen naar de inhoud van zijn beslissing op het bezwaarschrift alsmede op de uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie op een schorsingsverzoek van klaagster.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ter Peel is een gevangenis voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Aan de orde is de vraag of de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen beslissen klaagster op te roepen voor het ondergaan van een aan haar opgelegde vrijheidstraf voordat op het tegen die strafoplegging ingediende gratieverzoek is
beslist.
De beroepscommissie beantwoordt die vraag bevestigend. Voorop staat dat aan het door of namens klaagster ingediende gratieverzoek geen schorsende werking is verbonden. De selectiefunctionaris heeft vervolgens aan de medisch adviseur advies verzocht met
betrekking tot klaagsters detentiegeschiktheid. De medisch adviseur heeft klaagster detentiegeschikt verklaard en daarbij aangegeven dat het wenselijk zou zijn als klaagster in de p.i. Breda wordt geplaatst zodat zij eenvoudiger toegang heeft tot de
behandelend specialist.

Nu klaagster detentiegeschikt is bevonden, voor welke bevinding overigens naar het oordeel van de beroepscommissie geen feitelijk onderzoek van klaagster door de medisch adviseur vereist is en er volgens de selectiefunctionaris geen andere b.b.i. voor
vrouwelijke gedetineerden is dan die van de locatie Ter Peel, kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Ten aanzien van het aangevoerde belang om voor haar levenspartner te kunnen zorgen, geldt dat indien de noodzaak daarvoor zou ontstaan, klaagster een verzoek om strafonderbreking kan doen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven