nummer: 11/267/TB
betreft: [klager] datum: 28 juli 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 20 januari 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juni 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van
Veiligheid en Justitie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een andere behandelinrichting afgewezen.
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 16 december 2004 veroordeeld tot een gevangenisstraf en ter beschikking gesteld (tbs) met voorwaarden. Bij arrest van 1 september 2008 van het Gerechtshof Arnhem is de tbs-maatregel van
klager met twee jaar verlengd en beslist dat klager van overheidswege zal worden verpleegd. Bij besluit van 10 november 2008 is klager geselecteerd voor FPC De Rooyse Wissel. Bij brief van 6 januari 2011 heeft klager verzocht om overplaatsing naar een
kliniek in het noorden van het land.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Voor klagers behandeling is het belangrijk dat hij in een inrichting dicht bij zijn sociaal netwerk (familie) wordt geplaatst. Het is de bedoeling dat klager resocialiseert in het noorden van
het
land, waar hij ook vandaan komt. Klager wil het contact met zijn oma behouden. Hij heeft geen vertrouwen meer in de inrichting. De behandeling van klager is in een fase aanbeland waarin resocialisatie en het opbouwen van een goed ondersteunend netwerk
van belang is. Dit is ook de mening van de kliniek. Het uitgangspunt dat een spoedige behandeling voorrang heeft op een regionale voorkeur van de patiënt, geldt met name voor de aanvang van een behandeling. Op enig moment gaat de regionale voorkeur een
rol spelen in de behandeling. Venray is wel erg ver verwijderd van de regionale voorkeur. Het is voor klagers netwerk vrijwel onmogelijk om hem te bezoeken. Voor klager zelf is het buitengewoon moeilijk om praktische zaken te regelen. Zijn
resocialisatie dreigt nu in grote problemen te komen. Vorig jaar kreeg klager toestemming voor verlof. Hij heeft echter nog steeds geen verlof genoten.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. Het beroep is niet tijdig ingediend. Bovendien is het beroep niet voorzien van gronden. Redenen waarom klager niet-ontvankelijk in zijn beroep moet worden
verklaard. Klager wilde van meet af aan geplaatst worden in een kliniek in het noorden van het land in verband met zijn sociale netwerk aldaar. Uitgangspunt bij plaatsing is echter dat een spoedige aanvang en/of vervolg van de behandeling voor
regionale
voorkeur gaat, tenzij sprake is van zwaarwegende behandelinhoudelijke redenen. Van zwaarwegende behandelinhoudelijke redenen is niet gebleken.Voor zover het in het kader van klagers behandeling noodzakelijk mocht zijn om zijn familie of vrienden bij de
behandeling te betrekken, zal De Rooyse Wissel hiertoe de nodige maatregelen nemen. Wel is vereist dat klager meewerkt aan zijn behandeling. De Staatssecretaris voelt er niets voor om de behandeling in De Rooyse Wissel te doorbreken.
4. De beoordeling
De bestreden beslissing dateert van 20 januari 2011. Niet bekend is wanneer deze beslissing aan klager is uitgereikt. Het op 1 februari 2011 binnengekomen beroepschrift dateert van 26 januari 2011.
Het beroepschrift is niet voorzien van gronden, maar klager is in de beroepsprocedure niet bijgestaan door een advocaat. De Bvt schrijft weliswaar voor dat de gronden van beroep moeten worden aangeleverd, maar verbindt aan het ontbreken daarvan geen
niet-ontvankelijkheid. Volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie blijft die reactie beperkt tot de gevallen, waarin een advocaat (of een directeur in beroepszaken tegen uitspraken van een beklagcommissie), ondanks een verzoek de gronden voor
het
beroep te geven, dit niet doet.
Klager kan derhalve in het beroep worden ontvangen.
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
In het verlengingsadvies van FPC De Rooyse Wissel van 1 april 2011 komt naar voren dat de behandeling van klager erop is gericht eerst een reguliere uitstroom te realiseren door middel van begeleid verlof. Bij goede progressie van het begeleid verlof
is
de inrichting voornemens een overplaatsing aan te vragen naar de FPK Assen voor verdere resocialisatie. Aldaar zal uitvoering worden gegeven aan een onbegeleid verlofkader, waarna klager doorstroomt naar de resocialisatieafdeling “De Diep” om zich voor
te bereiden op zijn verdere resocialisatie in de provincie Groningen. Door klager zijn geen behandelinhoudelijke argumenten aangevoerd op grond waarvan reeds thans tot overplaatsing naar een inrichting in het noorden van het land moet worden
overgegaan.
Klagers wens meer contacten te onderhouden met zijn netwerk, vormt onvoldoende reden voor een overplaatsing. Gelet hierop kan de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klagers eerdere plaatsing in de FPK Assen, ter uitvoering van de tbs met voorwaarden, niet goed is verlopen, doordat klager tot tweemaal toe tijdens het
verlof is ontvlucht. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. W.J. Schudel en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 28 juli 2011
secretaris voorzitter