Nummer: 11/1460/GB
Betreft: [klager] datum: 1 augustus 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Braak, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 9 mei 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 26 januari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Op 20 mei 2011 is hij, naar aanleiding van een selectiebeslissing van 20 april 2011, geplaatst in de gevangenis van de
p.i. Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep schriftelijk toegelicht.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek schriftelijk toegelicht.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, p. 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke
rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve
hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van
het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat klager bekend staat als veelpleger en dat het zogenaamde veelplegersoverleg, waarin (onder meer) het Openbaar Ministerie en de politie vertegenwoordigd zijn, negatief heeft
geadviseerd ten aanzien van het verlenen van (regimaire) vrijheden en dat klager tijdens eerdere detenties problemen had met het nakomen van afspraken bij verleende vrijheden. Namens klager zijn in beroep geen nadere gronden aangevoerd die het (alsnog)
plaatsen van klager in een b.b.i. kunnen rechtvaardigen. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de op de hiervoor genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 augustus 2011
secretaris voorzitter