Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3681/GA, 25 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3681/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 november 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Almelo,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juni 2011, gehouden in de penitentiaire inrichting Hoogeveen, zijn gehoord de plaatsvervangend vestigingsdirecteur [...] en het afdelingshoofd [...].

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de overplaatsing van klager vanuit een zeer beperkt beveiligde inrichting (hierna: z.b.b.i.) naar een gesloten inrichting, wegens werkweigering.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de z.b.b.i. van de locatie Niendure en liet daar zien dat hij niet wilde werken. Hij heeft toen een herkansing gehad bij een tweede werkgever, maar is daar tot driemaal toe aangesproken op zijn gedrag. Toen hij zich voor de derde
maal
ziek meldde, is de inrichtingsarts ingeschakeld. Volgens de arts was er niets met klager aan de hand en had klager geen zin om te werken. In het door klager getekende arbeidscontract staat vermeld dat terugkeer naar de inrichting van herkomst een
mogelijkheid is. In overleg met de selectiefunctionaris is klager teruggeplaatst naar een gesloten inrichting van de locatie Karelskamp.
Omdat klager in een z.b.b.i. verbleef en zich daar aan toezicht zou kunnen onttrekken, moest er onmiddellijk worden gehandeld. In de locatie Niendure zijn geen mogelijkheden om een gedetineerde in afzondering te plaatsen. De beslissing van de directeur
om klager in een gesloten inrichting te plaatsen heeft een tijdelijk karakter. Daarna wordt zo spoedig mogelijk een selectiebeslissing door de selectiefunctionaris genomen. Dit is de gebruikelijke gang van zaken in de z.b.b.i.

3. De beoordeling
Uit de stukken en de toelichting ter zitting van de directeur volgt dat de directeur de selectiefunctionaris heeft geadviseerd om klager, die in een z.b.b.i. verbleef, in verband met onterechte ziekmelding/werkweigering terug te plaatsen naar een
gesloten inrichting. Omdat de directeur geen mogelijkheid had in de z.b.b.i. om klager in afzondering te plaatsten en vreesde dat klager zich na deze mededeling aan het toezicht zou ontrekken, heeft de directeur in afwachting van de beslissing van de
selectiefunctionaris zelf besloten om klager tijdelijk over te plaatsen naar een gesloten inrichting van de locatie Karelskamp.

De beroepscommissie overweegt dat de directeur hiermee is voorbijgegaan aan het bepaalde in artikel 15, derde lid, van de Pbw, in welk artikel enkel aan de selectiefunctionaris de bevoegdheid wordt toegekend beslissingen te nemen ten aanzien van de
externe (over)plaatsing van gedetineerden.
De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur niet bevoegd was om de beslissing tot overplaatsing van klager naar een gesloten inrichting te nemen, ook al was deze tijdelijk van aard en in afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris.
Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Aangezien klager geen negatieve gevolgen heeft ondervonden van de beslissing van de directeur, zal geen
tegemoetkoming
worden toegekend.
Overigens bestaat in een situatie als de onderhavige voor de directeur op grond van artikel 24, eerste lid, Pbw in verbinding met artikel 25, eerste lid, Pbw de mogelijkheid te beslissen een gedetineerde in afwachting van de beslissing van de
selectiefunctionaris af te zonderen en daarbij te gelasten dat de tenuitvoerlegging van die beslissing in een andere inrichting wordt ondergaan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven