Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1728/GB, 19 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:19-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1728/GB

Betreft: [klager] datum: 19 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 mei 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 24 september 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) locatie De Ent te Rotterdam. Op 19 april 2011 is hij geplaatst in het huis van bewaring van de locatie Noordsingel te Rotterdam en op 9 mei
2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij was éénmaal twee uur te laat, omdat hij autopech had. Hij kon dit aantonen en heeft hiervoor geen rapport gehad. Hij kreeg voor zijn vervoer naar De Waag te Den Haag twee uur reistijd en is die afspraak nagekomen. Op 19 april 2011 is hij op de
terugweg aangehouden, maar na vier dagen waren er geen ernstige bezwaren meer.
Met de terugplaatsing wordt klager gestraft, terwijl hij onschuldig is. Hij heeft nooit op papier afspraken gemaakt over zijn bezoek aan De Waag. Hij moest alleen op tijd terug zijn. Hij heeft de snelste weg terug genomen naar Rotterdam en zich overal
aan gehouden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in een z.b.b.i. en had wekelijks verlof. Op 3 april 2011 is hij te laat teruggekeerd van verlof. Hij heeft melding gemaakt van autopech en zou de z.b.b.i. op de hoogte houden van de situatie, maar heeft dit niet gedaan. Een medewerker
van de z.b.b.i. heeft meermalen getracht om hem telefonisch te bereiken, maar kreeg klagers voicemail. In verband met dit incident heeft klager een waarschuwing gekregen.
Op 19 april 2011 had klager een afspraak bij De Waag om 15.30 uur. Vanaf 18.00 uur heeft de z.b.b.i. getracht klager telefonisch te bereiken omdat hij nog steeds niet terug was. Dit is niet gelukt. Ook nam klager zelf geen telefonisch contact op.
’s Avonds bleek dat hij door de politie was gearresteerd in verband met verdenking van een poging tot oplichting. Deze zaak, een misdrijf gepleegd tijdens verlof, staat als openstaande zaak genoemd op klagers uittreksel justitiële documentatie en
betreft geen misverstand. Op grond van de verdenking van een het plegen van een nieuw strafbaar feit, waardoor klager heeft aangetoond niet met de aan hem verleende vrijheden te kunnen omgaan, is klager niet langer geschikt voor het verlenen van
vrijheden. Hij heeft aangetoond zich niet te kunnen houden aan afspraken die met hem gemaakt zijn in de z.b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager die in een z.b.b.i. verbleef, is tot tweemaal toe te laat teruggekeerd van een verlof. Reden voor het voor de tweede maal niet tijdig terugkeren van verlof was dat hij door de politie was aangehouden in verband met de verdenking van het
plegen van een strafbaar feit, dat thans als openstaande zaak wordt vermeld op klagers justitiële documentatie.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven