nummer: 10/3423/GA
betreft: [klager] datum: 30 mei 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichting Nieuwegein,
gericht tegen een uitspraak van 9 november 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 13 april 2011, gehouden in de p.i. Nieuwegein, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het insluiten gedurende de voor de middagmaaltijd bestemde tijd in de periode van 1 tot en met 7 oktober 2010.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur handhaaft haar standpunt zoals ingenomen in het beroep met kenmerk 10/3147/GA en 10/3031/GA, waarin de beroepscommissie op 7 januari 2011 het beroep ten aanzien van het gezamenlijk gebruik van de maaltijden gegrond heeft verklaard. De
situatie is ten opzichte van toen niet gewijzigd. Een en ander hangt samen met het beveiligingsniveau van de inrichting. Indien de maaltijden gezamenlijk gebruikt zouden moeten gaan worden, zou de inrichting verbouwd moeten worden. De directeur heeft
overigens hierover gesproken met vertegenwoordigers van de gedetineerden. Het merendeel van de gedetineerden vond het gebruik van de maaltijden in de eigen verblijfsruimte geen probleem
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Voorop staat dat in een regime van algehele gemeenschap de gedetineerden in gezamenlijkheid verblijven. In artikel 20, tweede lid van de Pbw, wordt als specifieke uitzondering op dit uitgangspunt vermeld de mogelijkheid gedetineerden te verplichten
zich tijdens de maaltijden in hun verblijfsruimte op te houden. De memorie van toelichting bij dit artikel verwijst naar inrichtingen waar een regime van algehele gemeenschap bestaat, die in bouwkundig opzicht zich niet lenen voor het gezamenlijk
gebruiken van de maaltijd. In beroep heeft de directeur verwezen naar de bouwkundige belemmeringen de maaltijden gezamenlijk te nuttigen. De recreatiezalen voldoen niet aan arbo-, brand- en veiligheidsvoorschriften. In geval van calamiteiten wordt
volgens de directeur een onaanvaardbaar risico genomen. Op grond van deze informatie acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk dat het gezamenlijk nuttigen van de maaltijden stuit op bouwkundige belemmeringen in vorenbedoelde zin, terwijl eveneens
voldoende aannemelijk is geworden dat het niet mogelijk is om die gebouwelijke situatie zodanig aan te passen, dat een gezamenlijk gebruik van de maaltijden mogelijk wordt. Gelet daarop moet het beroep van de directeur gegrond te worden verklaard en
dient de uitspraak van de beklagcommissie te worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. U. van de Pol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 mei 2011
De voorzitter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
secretaris voorzitter