Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1231/GM, 12 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1231/GM

betreft: [klager] datum: 12 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van en tevens ingediend door mr. H. Gailjaard, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingstandarts verbonden aan het Detentiecentrum Zaandam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 18 april 2011 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 juni 2011, gehouden in de penitentiaire inrichting Nieuwegein, is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord. De inrichtingstandarts verbonden aan het Detentiecentrum heeft schriftelijk laten weten
verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 4 maart 2011, betreft het niet adequaat repareren van een defect aan een brug.

2. De standpunten van klager en de inrichtingstandarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd. Vóór detentie had klager al een brug. Tijdens klagers huidige detentie is de brug losgeraakt en uit zijn mond gevallen. De inrichtingstandarts heeft de brug weer teruggeplaatst, maar dit niet op exact
de
juiste plek gedaan. Daarna kreeg klager veel pijn. Gezegd werd dat dit werd veroorzaakt door de slechte kwaliteit van de brug. De tandarts doet er verder niets aan de pijn te verhelpen. Klager heeft nog steeds pijn. Hij is niet meer bij de tandarts
teruggeweest, omdat hij daar geen zin meer in had. Klager slikt nog steeds Paracetamol tegen de pijn. Kauwen doet pijn, evenals het drinken van koude dranken. Er zitten vier tanden in de brug. Klager moet, vanwege zijn diabetes, goed kunnen eten. Een
goed gebit is daarbij noodzakelijk.

De inrichtingstandarts heeft de tandheelkundige bescheiden toegestuurd, maar zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de tandheelkundig adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. De brug paste niet voor een goede terugplaatsing.
De
manier van belasting en dichtbijten is niet correct vormgegeven in de bestaande brug. Om die reden is de brug provisorisch als spoedhulp teruggeplaatst. Aan klager is geadviseerd de brug niet te belasten. Een nieuwe brug valt niet onder
verstrekkingenpakket van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat de inrichtingstandarts niet onjuist of onzorgvuldig gehandeld heeft. Er is gehandeld overeenkomstig de mogelijkheden binnen detentie. De inrichtingstandarts heeft
de brug, die klaarblijkelijk niet van goede kwaliteit was, op de best passende wijze teruggeplaatst. Klager stelt nog steeds pijn te hebben en daarvoor dagelijks een grote hoeveelheid, door de inrichting verstrekte Paracetamol te gebruiken. Hoewel het
maken en plaatsen van een nieuwe brug gelet op de geldende regelgeving niet tot de mogelijkheden behoort, is niet uit te sluiten dat klagers pijnklachten verholpen kunnen worden door klager van een tijdelijke prothese te voorzien. Het blijven
voorschrijven van Paracetamol tegen de pijn wordt niet wenselijk geacht. Het is wel aan klager om de klachten nogmaals bij de inrichtingstandarts onder de aandacht te brengen.
De beroepscommissie is gelet op vorenstaande van oordeel dat het handelen van de inrichtingstandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 van de Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. H.J.P. Kroeze en dr. ing. C.J. Ruissen , leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 12 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven