Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0506/GA, 11 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/506/GA

betreft: [klager] datum: 11 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.H.W. Spoelstra, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 januari 2011 van de beklagcommissie bij het PPC Haaglanden te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 juni 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.
Klagers raadsman mr. P.H.W. Spoelstra en de directeur van het PPC Haaglanden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens het slaan van een medegedetineerde.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt nader toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt gehandhaafd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is geweest van een handgemeen tussen klager en een medegedetineerde. Feiten of omstandigheden op grond waarvan een en ander niet in zijn geheel aan klager zou kunnen worden
toegerekend, zijn niet aannemelijk geworden. Het beroep van klager op noodweer kan daarom niet slagen. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom, voor zover een en ander is komen vast te staan, niet leiden tot een andere beslissing dan die van de
beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging – voor zover in beroep aan de orde- van de uitspraak van de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt - voor zover in beroep aan de orde - de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.M.L. Pattijn MSM en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven