Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0994/GB, 28 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/994/GB

Betreft: [klager] datum: 28 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager in zijn verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 25 september 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel. Op 20 maart 2007 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij zit nu ruim vijf en een half jaar vast in de p.i. De selectiefunctionaris baseert haar beslissing op de laatste drie à vier maanden van zijn detentie. In november scoorde hij 39. Daarna 53 en bij herhaling 68. Bij de volgende urinecontrole twee à
drie weken later 54 en bij herhaling 49. De daarop volgende urinecontrole was negatief. De laatste twee urinecontroles moesten negatief zijn om geselecteerd te worden voor b.b.i. Kort hierna scoorde klager 77. Dit was voor hem een stressvolle periode,
waarin hij een paar haaltjes of een jointje heeft gerookt. Hij is niet van plan om na plaatsing in een b.b.i. te gaan roken en om vervolgens weer teruggestuurd te worden naar de gevangenis.
Tijdens het verlof wil klager bewijzen dat hij niet gerookt heeft. Zijn urinecontrole zal negatief zijn.
Hij wil gefaseerd worden om zich in te schrijven bij het stadhuis als woningzoekende 55-plusser. Hij wil naar werk zoeken en sociale contacten opbouwen. Over een jaar is hij vrij.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In de beslissing van 30 maart 2011 is abusievelijk vermeld dat klager niet-ontvankelijk zou zijn in zijn verzoek.
In het selectieadvies wordt melding gemaakt van verschillende urinecontroles die zijn uitgezet in verband met klagers verzoek om plaatsing in een b.b.i. Klager is meegedeeld dat hij om in aanmerking te komen voor plaatsing in een b.b.i. geen verboden
gedragsbeïnvloedende middelen mag gebruiken. Desondanks is vastgesteld dat hij in november 2010, januari 2011 en februari 2011 verboden middelen heeft gebruikt. Klager heeft toegegeven verboden middelen te hebben gebruikt. Het gebruik is in het kader
van het drugsontmoedigingsbeleid een contra-indicatie om in aanmerking te komen voor plaatsing in een b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie leest, gelet op de mededeling van de selectiefunctionaris dat abusievelijk is vermeld in de beslissing dat klager niet-ontvankelijk zou zijn in het verzoek, de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris aldus dat
klagers verzoek tot plaatsing in een b.b.i. is afgewezen.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, p. 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager (meerdere keren) softdrugs heeft gebruikt, hetgeen door klager ook is erkend, en hierdoor vooralsnog niet in aanmerking kan komen voor plaatsing in een inrichting met een beperkt
beveiligingsniveau. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven