Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3791/GB, 27 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3791/GB

Betreft: [klager] datum: 27 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 december 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klagers raadsman, [...], is op 9 mei 2011 door een lid van de Raad gehoord. Klager heeft te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van zijn recht om te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Schutterwei te Alkmaar ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 april 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Het Keern te Hoorn, van waaruit hij (als passant ter herselectie) is overgeplaatst naar de locatie Zwaag. Op 22 november 2010 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie
Schutterswei.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Aan klager is verweten dat hij zonder geldig rijbewijs een auto bestuurd zou hebben. Dat is onjuist. Volgens klager mag een rijbewijs een jaar verlopen zijn voordat het ongeldig wordt verklaard. Klagers rijbewijs was pas negen maanden verlopen. Klager
is daarom van mening dat hij geen strafbaar feit heeft gepleegd.
Het beroep is met name gericht tegen de beslissing om klager niet deel te laten nemen aan een penitentiair programma (p.p.). Klager is op enig moment vanuit de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Het Keern teruggeplaatst naar de locatie
Zwaag,
van waaruit hij uiteindelijk is geplaatst in de gevangenis van de locatie Schutterswei. Klager heeft, toen hij in de z.b.b.i. kwam, de fout gemaakt om – tegen de afspraken in – met zijn auto naar zijn huisarts te gaan. Klager weet dat dit fout was. Hij
is voor die fout ook gesanctioneerd met drie dagen opsluiting. Ook is hij naar aanleiding daarvan teruggeplaatst naar een gesloten inrichting. Nu worden alle verlofaanvragen steeds afgewezen en ook zijn verzoek om deelname aan een p.p. is om die reden
afgewezen, terwijl de huidige inrichting positief heeft geadviseerd met betrekking tot het p.p. Klager is van mening dat een en ander disproportioneel is, gelet op de zwaarte van de door hem gepleegde overtreding. Het beroep tegen klagers
terugplaatsing
naar een gesloten inrichting wordt uiteraard ook gehandhaafd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de z.b.b.i. van de locatie Het Keern. Ondanks waarschuwingen van het personeel is klager een auto gaan besturen zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs. Dit is op grond van de wet verboden. Omdat klager zich, ondanks
waarschuwingen van het personeel, schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een strafbaar feit, is besloten verzoeker uit de z.b.b.i. over te plaatsen naar een normaal beveiligde inrichting. Dit omdat er geen vertrouwen is in het verlenen van vrijheden
aan klager.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Schutterswei is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Uit het selectieadvies van de directeur komt naar voren dat klager heeft gereden met een rijbewijs dat verlopen was en dat hij daar ook mee bekend was. In beroep heeft klager aangegeven dat het volgens hem toegestaan was om met een rijbewijs een auto
te
besturen, zolang de geldigheidsduur van dat rijbewijs niet met meer dan een jaar was verstreken. Wat daarvan zij, door met die auto te gaan rijden heeft klager de met hem over dat autorijden gemaakte afspraken geschonden. Het beroep zal daarom
ongegrond
worden verklaard

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven