Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1303/GV, 23 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1303/GV

betreft: [klager] datum: 23 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J.J.van Rijsbergen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 april 2011genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er is negatief beslist op klagers verlof aanvraag vanwege zijn betrokkenheid bij een vechtpartij in de inrichting. De informatie hieromtrent is echter pertinent onjuist. Klager is aangevallen door een andere gedetineerde en moest zich verweren. Hij
heeft hem in de houdgreep gehouden totdat het personeel kwam. Vervolgens heeft hij de aanwijzingen van het personeel opgevolgd.
Bij beslissing van 23 mei 2011 heeft de beklagcommissie klagers klacht tegen de als gevolg van deze vechtpartij opgelegde disciplinaire straf gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van € 100,= toegekend.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Met name is ook de betrokkenheid van klager bij de vechtpartij aanleiding geweest negatief te beslissen op de verlofaanvraag.
Daarnaast heeft klager gefraudeerd met een UC-controle, hetgeen gelijk staat aan harddrugsgebruik. Om die reden is hij op 17 december 2010 teruggeplaatst naar een gesloten inrichting. Conform het drugsontmoedigingsbeleid worden vervolgens de eerste
twee verloven afgewezen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Vught adviseert negatief gelet op klagers betrokkenheid bij een vechtpartij waarbij hem een disciplinaire straf van 10 dagen is opgelegd.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Breda heeft aangegeven geen bezwaar te hebben.
De politie Midden- en West-Brabant heeft eveneens aangegeven geen bezwaar te hebben.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drieeneenhalf jaar met aftrek, wegens diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 28 maart 2012.

De beroepscommissie is van oordeel dat reeds het feit dat klager heeft gefraudeerd bij een UC-controle in het licht van het drugsontmoedigingsbeleid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag
rechtvaardigt. De beslissing van de Staatssecretaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk
of
onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven