Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0870/GB, 21 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/870/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in de regio Arnhem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 18 januari 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Torentijd te Middelburg.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft zijn oordeel gebaseerd op de afstand tussen Arnhem en Rotterdam. Klagers gedragsrapportage, medisch dossier en strafblad zullen niet van invloed zijn geweest op dit oordeel. Begin april vindt klagers (inhoudelijke) zitting
plaats. Hij stelt dan ook voor om na deze zitting een nieuwe aanvraag tot overplaatsing mogelijk te maken. Dit voorstel heeft hij ook aan de selectiefunctionaris voorgelegd. Hij hoopt dan ook gezamenlijk tot een nieuw besluit te kunnen komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager geeft aan na de rechtszitting opnieuw een aanvraag tot overplaatsing te willen doen. Indien klager wordt veroordeeld, moet de directeur zo spoedig mogelijk met een voorstel tot fasering komen. In een nieuwe aanvraag wordt dan dus al voorzien. Nu
klager niet inhoudelijk reageert op de selectiebeslissing verzoekt de selectiefunctionaris het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

4. De beoordeling
4.1. Anders dan de selectiefunctionaris acht de beroepscommissie het beroep, dat voldoende is onderbouwd, ontvankelijk.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Dergelijke verklaringen ontbreken in onderhavig geval. Bovendien is niet gebleken dat
klagers vrienden niet in staat zijn hem in Rotterdam te komen bezoeken en is niet gebleken dat zij klager wel zullen bezoeken wanneer hij in de regio Arnhem wordt geplaatst. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 21 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven