Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0127/GA, 20 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/127/GA

betreft: [klager] datum: 20 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 januari 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 mei 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Krimpen aan den IJssel gehoord. Klager en zijn raadsvrouw mr. B.G.M.C. Peters hebben geen gebruik
gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.
Klagers raadsvrouw heeft voorafgaand aan de zitting schriftelijk om aanhouding van de behandeling verzocht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde –:
a. een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het weigeren een opdracht van het personeel uit te voeren en het beledigen van het personeel en daarnaast een geheel voorwaardelijke
disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel voor het afplakken van het raam van de verblijfsruimte;
b. mishandeling door het personeel op 4 september 2010;
c. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens werkweigering.

De beklagcommissie heeft de onderdelen a en c van het beklag ongegrond verklaard en klager ten aanzien van onderdeel b niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep verzocht om aanhouding van de behandeling. Het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt is in beroep overigens niet toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt gehandhaafd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie ziet, gelet op hetgeen hierna zal worden overwogen, geen aanleiding voor een aanhouding van de behandeling van het beroep. Het daartoe strekkende verzoek wordt daarom afgewezen.

Op grond van artikel 69 van de Pbw kan een gedetineerde door middel van een met redenen omkleed beroepschrift beroep instellen tegen de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie stelt in zijn algemeenheid geen strenge eisen aan de inhoud
van
het beroepschrift indien dit door een gedetineerde is ingediend. Nu in dit geval het beroepschrift in het geheel geen gronden voor dat beroep inhoudt en klagers raadvrouw – buiten een verzoek om aanhouding – ook geen nadere onderbouwing heeft ingediend
ten aanzien van het beroep, moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de in de daaraan in de wet gestelde eisen. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep. De beroepscommissie houdt daarbij rekening met de omstandigheid
dat klagers raadsvrouw al sinds (tenminste) begin februari 2011 weet had van het door klager ingestelde beroep en van het gebrek aan gronden in het beroepschrift.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven