Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1773/SGA, 15 juni 2011, schorsing
Uitspraakdatum:15-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1773/SGA

Betreft: [klager] datum: 15 juni 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. T. Arkesteijn, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Schutterswei te Arnhem.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 8 juni 2011, inhoudende het gedurende veertien dagen niet mogen bellen,
ingaande op 8 juni 2011 om 13.35 uur en eindigend op 22 juni 2011 om 13.35 uur, wegens het meermalen misleiden van het personeel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 14 juni 2011, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 15 juni 2011.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker en door de directeur zijn de standpunten ten aanzien van het schorsingsverzoek schriftelijk toegelicht.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat hier het geval.
De wet kent de mogelijkheid van een algeheel telefoonverbod niet. In artikel 39 van de Pbw is een regeling opgenomen met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van het telefoonverkeer door/met gedetineerden.
Nu dit artikel aan de directeur mogelijkheden biedt om beperkingen en/of toezichtsmaatregelen in te stellen ten aanzien van telefooncontacten van verzoeker, kan dit – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet geschieden bij wijze van
ordemaatregel. Het opleggen van die ordemaatregel is daarom in strijd met de wet. Dat geldt temeer nu de aanleiding voor die bestreden ordemaatregel gelegen is in – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – strafwaardig gedrag van
verzoeker, waarvoor oplegging van een disciplinaire straf op zijn plaats zou kunnen zijn.
Ook ten aanzien van de bepaling dat verzoeker slechts met zijn raadsman zou mogen bellen nadat de raadsman daartoe schriftelijk een verzoek doet, geldt dat die bepaling – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in strijd is met de wet. In
artikel
39, vierde lid, van de Pbw, staat dat de gedetineerde in de gelegenheid moet worden gesteld met (onder meer) zijn raadsman telefonisch contact te hebben, indien hiervoor de noodzaak en de gelegenheid bestaat. De beperking die de directeur daarop heeft
willen aanbrengen, is naar het voorlopig oordeel van de voorzitter daarmee in strijd.
Het vorenstaande maakt dat de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 juni 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven