Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0684/GB, 24 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:24-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/684/GB

Betreft: [klager] datum: 24 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. van Vliet, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Boschpoort Breda afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 15 oktober 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda. Op 9 december 2010 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de penitentiaire inrichting Hoogeveen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat hem is medegedeeld door de Officier van Justitie dat hij terug zou worden teruggeplaatst in het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda. Dat zou zo snel mogelijk gebeuren wanneer het onderzoek was afgesloten. Nu de Officier van
Justitie geen bezwaar heeft tegen overplaatsing, is er geen reden om het verzoek tot overplaatsing af te wijzen. Klagers raadsman heeft de Officier van Justitie gesproken en de reden voorgehouden op grond waarvan de overplaatsing is geweigerd, namelijk
dat er tegen de tijd dat de zitting zou plaatsvinden wederom een overplaatsing aannemelijk zou zijn, omdat het aannemelijk is dat het vervoer via DV&O niet tijdig kan worden gerealiseerd. De Officier van Justitie gaf te kennen het te bevreemden dat om
die reden het verzoek tot overplaatsing is afgewezen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het parket te Assen. Klagers plaatsing is een regionale plaatsing geweest. De eerste plaatsing van een voorlopig gehechte gedetineerde die in afwachting is van berechting in eerste aanleg geschiedt, in een huis van bewaring,
bij voorkeur gelegen in of toegewezen aan het arrondissement van vervolging. Klager heeft aangegeven dat hij vanwege bezoektechnische redenen overgeplaatst wil worden naar de locatie De Boschpoort Breda. In een uitspraak van de beroepscommissie op 23
juni 2003 (03/0699) is geoordeeld dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en behoudens bijzondere omstandigheden geen selectiecriterium vormen. De selectiefunctionaris ziet in het onderhavige geval niet dat er sprake is van
bijzondere omstandigheden. Klager heeft aangegeven dat er een overeenkomst is met de Officier van Justitie over een eventuele plaatsing naar de locatie De Boschpoort Breda, echter zijn daar geen stukken van overgelegd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt hierop een uitzondering gemaakt. Door de selectiefunctionaris kon worden aangenomen dat dergelijke bijzondere omstandigheden noch zijn aangevoerd noch zijn gebleken op grond waarvan een uitzondering moet worden gemaakt. Klager is dan wel
verstoken
van bezoek in de inrichting waar hij thans verblijft, maar hij heeft niet feitelijk onderbouwd waarom zijn bezoekers niet in staat zijn hem te bezoeken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 24 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven