Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3757/GA, 30 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3757/GA

betreft: [klager] datum: 30 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 december 2010 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 april 2011, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Grave.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij ervoor gekozen om vóór de behandeling ter zitting weer terug te gaan naar de p.i. Grave.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft beschadigingen aan de televisie van van klager. Klager stelt dat hij zijn toestel telkens beschadigd terugkrijgt, als dit wegens een disciplinaire straf van cel verwijderd is. Voorts heeft hij een scartkabel niet teruggekregen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep schriftelijk verzocht om zijn beklag nogmaals te bekijken, omdat hij de uitspraak van de beklagcommissie niet terecht vindt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is geen schade vastgesteld die is ontstaan door toedoen van het personeel. Televisies worden zorgvuldig verwijderd en in bewaring genomen. Klager heeft wel een scart-kabel en zijn televisie functioneert gewoon. Klager weet dat goederen voor eigen
risico ingevoerd worden.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw, kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Het handelen van een inrichtingsmedewerker kan onder omstandigheden een beklagwaardige beslissing
als hiervoor omschreven opleveren. Daarvoor is nodig dat dit handelen door die medewerker voortvloeit uit de vervulling van de hem opgedragen taak.
In casu wordt geklaagd over de wijze waarop een televisie wordt verwijderd c.q. bewaard in het kader van de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf. Dergelijk handelen van het inrichtingspersoneel vloeit voort uit een aan hen opgedragen taak. De
beroepscommissie is daarom van oordeel dat klager had moeten worden ontvangen in zijn beklag. De andersluidende uitspraak van de beklagcommissie dient derhalve vernietigd te worden.
Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie het volgende. Niet is komen vast te staan dat klagers televisie beschadigd is met behulp van een lepel (zoals gesuggereerd door klager) of anderszins, door toedoen van het inrichtingspersoneel. Evenmin is
aannemelijk geworden dat door toedoen van het inrichtingspersoneel een scart-kabel is kwijt geraakt. De beroepscommissie zal het beklag daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.G. Coumans en prof. dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven