Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0507/GB, 26 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/507/GB

Betreft: [klager] datum: 26 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. Stap, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het detentiecentrum Noord-Holland, locatie Zaandam afgewezen.

2. De feiten
Klager verblijft sedert 17 november 2010 in vreemdelingenbewaring. Hij verblijft in het detentiecentrum Zeist.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers partner en kindje van ongeveer een jaar oud komen eens in de twee weekenden in de inrichting Zeist, maar zij zouden klager vaker kunnen en willen bezoeken indien klager zou worden overgeplaatst naar het detentiecentrum Zaandam. Klager verblijft
thans in vreemdelingenbewaring en de kans dat hij daadwerkelijk zal worden uitgezet is reëel. Indien klager op korte termijn zal worden uitgezet zal klager zijn kind nooit meer zien en hij wil graag, nu het nog kan, zo veel mogelijk contact met hen
hebben.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft van 1 maart 2010 tot en met 28 juni 2010 in de locatie Zaandam verbleven en hij heeft daar geen bezoek ontvangen. In verband met een strafrechtelijke detentie is klager overgeplaatst naar het detentiecentrum Alphen aan den Rijn waar hij
vier weken heeft verbleven. In verband met de sluiting van dit detentiecentrum is het niet mogelijk een bezoekoverzicht op te vragen. Klager is vervolgens overgeplaatst naar het detentiecentrum Zeist en na zijn strafrechtelijke detentie is hij in
vreemdelingenbewaring gesteld. In het detentiecentrum Zeist ontvangt klager regelmatig bezoek. Klager heeft niet aangetoond dat bezoek in Zaandam vaker zal plaatsvinden dan nu het geval is. De beroepscommissie heeft eerder overwogen dat bezoekproblemen
inherent zijn aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.
De selectiefunctionaris heeft begrip voor klagers situatie om in afwachting van zijn eventuele uitzetting, zijn kind zo vaak mogelijk te willen zien. Dergelijke situaties komen veel voor bij vreemdelingen en mede gelet op de beschikbare capaciteit en
het beperkte aantal locaties, kan dit niet als bijzondere omstandigheid worden aangemerkt.

4. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat klager tijdens zijn verblijf in het detentiecentrum Zeist geregeld bezoek ontvangt van zijn partner en hun kind. Hetgeen is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden in het detentiecentrum Zaandam wordt, nu dat verder niet
feitelijk is onderbouwd, onvoldoende zwaarwegend geacht.
De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, en dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven