Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0397/GM, 13 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/397/GM

betreft: [klager] datum: 13 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 3 februari 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2011, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord. De raadsman van klager, mr. E. Manders, en de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel, zijn niet verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 3 december 2010, betreft de weigering klager te verwijzen naar fysiotherapie.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. Klager heeft nek- en rugklachten. In de p.i. Leeuwarden ontving hij hiervoor fysiotherapie. Na zijn overplaatsing naar de p.i. Ter Apel is klager onderzocht door de inrichtingsarts, die aangaf dat klager geen
fysiotherapie krijgt. Er is geen zorgvuldig onderzoek gedaan. Klager slaapt al drie maanden niet goed en heeft veel hoofdpijn. Hij gebruikt alleen paracetamol. Klager kan de oefeningen niet doen zonder een goede massage van een fysiotherapeut. Het zal
de klachten misschien niet verhelpen, maar door fysiotherapie voelt hij zich een ander persoon.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager is onderzocht en er is geen indicatie voor fysiotherapie. Klager is goed onderzocht. Er is geen reden voor specialistisch onderzoek. Klager kan op eigen kosten een second opinion
aanvragen. Klager heeft na afwijzing zich niet bij de medische dienst gemeld.

3. De beoordeling
Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, komt naar voren dat klager op 23 november 2010 is binnengekomen in de p.i. Ter Apel. Op 2 december 2010 wordt hij naar aanleiding van zijn nekklachten onderzocht door de inrichtingsarts, die geen indicatie
zag voor een verwijzing naar fysiotherapie. Daarmee is medisch gezien op een juiste wijze gehandeld. De omstandigheid dat klager in de vorige inrichting wel fysiotherapie ontving, betekent niet dat het handelen van de inrichtingsarts van p.i. Ter Apel
als onzorgvuldig moet worden aangemerkt. Een inrichtingsarts heeft de ruimte een eigen afweging te maken of verwijzing noodzakelijk is. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven