Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0485/GM, 12 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/485/GM

betreft: [klager] datum: 12 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 3 februari 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en [...], hoofd medische dienst van de p.i. Krimpen aan den IJssel. De raadsvrouw van klager, [...], heeft schriftelijk laten weten
verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 26 november 2010, betreft het verrichten van onvoldoende onderzoek naar aanleiding van klagers buik- en darmklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft de afgelopen vier maanden meerdere malen aangegeven dat hij last heeft van zijn maag en darmen. De medische dienst weigert echter onderzoek te laten verrichten en klager krijgt alleen
medicatie. Pas na indiening van een klacht is bij klager bloed afgenomen. In Exodus is een buikecho gemaakt.
Klagers raadsvrouw verzoekt om aanhouding van de behandeling van de zaak om informatie op te vragen bij de huidige behandelaars van klager.
Klager ontkent te zijn geadviseerd over een vezelrijk dieet. Hij heeft wel medicijnen ontvangen. Tijdens het onderzoek is aan de buik gevoeld.
Klager heeft twee broers en een vader die op Curacao aan kanker zijn overleden. Klager toont de verpakking van de medicijnen die hij heeft gekregen. Deze zijn voor behandeling van een maagzweer. De medische dienst heeft verder niets gevraagd over de
familiegeschiedenis.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager is op 31 augustus 2010 binnengekomen in de inrichting. In zijn medisch dossier zijn meldingen opgenomen van maag- en darmklachten. Op 14 september 2010 is klager opgeroepen voor de arts,
maar heeft niet willen komen. Op 12 oktober 2010 is antagel medicatie verstrekt en op 15 oktober 2010 is klager door de arts gezien en onderzocht. De conclusie was obstipatie in colon met als gevolg maagklachten.Klager kreeg medicatie en een
dieetadvies
voor vezelrijk dieet. Op 2 november 2010 is er wederom een melding van klachten. Klager maakt daarbij melding van een echo onderzoek dat heeft plaatsgevonden voordat hij in de p.i. Krimpen aan den IJssel werd geplaatst. De uitslag van dit onderzoek is
opgevraagd. Op 5 november 2010 is klager wederom door een arts gezien. De medicatie is gewijzigd en klager is voor een evaluatie ingepland. Op 2 december 2010 is klager door een verpleegkundige gezien. Klager gaf aan nog steeds klachten te hebben.
Diezelfde dag is hij door een andere arts gezien, een onbedoelde second opinion. Er zijn pijnstillers verstrekt en er is een laboratoriumonderzoek gepland. Op 6 en 7 december 2010 is klager wederom door de medische dienst gezien.
Klagers laatste bezoek aan de arts is op 5 november 2010 geweest. De klacht dateert van 26 november 2010 en is derhalve te laat ingediend. Het labonderzoek is voor het verzoek om informatie van de medisch adviseur gedaan. Niet gebleken is dat klager na
het laatste contact in december 2010 zich nogmaals met buikklachten bij de medische dienst heeft gemeld. Het advies van de medisch adviseur om een afspraak te maken over de familiegeschiedenis over kanker is door klager nog steeds niet opgevolgd. De
medische dienst heeft hier niets mee gedaan. De inrichtingsarts erkent dat zaken beter hadden gekund, maar klager had zelf ook intiatief kunnen tonen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klagers raadsvrouw de behandeling van het beroep aan te houden af.

Klager klaagt over buik- en darmklachten. Deze klachten houden aan na het laatste contactmoment tussen klager en de medische dienst op 5 november 2010, zodat klager kan worden ontvangen in zijn klacht.

De beroepscommissie is op grond van de stukken, waaronder het medisch dossier, van oordeel dat de inrichtingsarts te passief heeft gereageerd op de klachten van klager. Systematisch gezien lijkt het erop dat er geen regie is geweest. Men heeft de
dingen
laten gebeuren. De familie anamnese is onvolledig geweest. Nu uit het verrichte laboratoriumonderzoek niets accuut was gekomen, had dat tot nader onderzoek van de klachten moeten leiden. Nagelaten is een sigmoïdoscopie te overwegen tegen de achtergrond
van de familiaire belasting van kanker in de buik. Ook een gastroscopie was te overwegen geweest vanwege het uitblijven van effecten van de medicatie.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 50,-.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Krimpen aan den IJssel toekomende tegemoetkoming op € 50,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 12 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven