Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0987/GB, 28 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/987/GB

Betreft: [klager] datum: 28 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.M. Prins, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 10 februari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 dagen. Op 18 maart 2011 is hij opgeroepen zich op 14 april 2011 te melden in de locatie Westlinge te Heerhugowaard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een beperkt
beveiligingsniveau. Op 11 april 2011 heeft de voorzitter van de beroepscommissie de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 18 maart 2011 geschorst tot het moment dat de beroepscommissie zal hebben beslist op het beroep.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de beslissing van de selectiefunctionaris van 18 maart 2011 op 25 maart 2011 ontvangen. Op 28 maart 2011 is het bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift is ten onrechte
afgewezen. Klager is detentieongeschikt. Hij is in 2006 geopereerd aan drie bypasses. Tijdens de behandeling van zijn strafzaak lag klager in het ziekenhuis. Zijn echtgenote heeft voor de zitting gebeld. Desondanks is de behandeling van de strafzaak
doorgegaan.
Klager zou graag zijn gevangenisstraf omgezet willen hebben in een werkstraf. Hij gebruikt bloedverdunners en heeft kunstbloedvaten gekregen (zogenaamde broekoperatie). Hij is nog steeds onder behandeling. Daarnaast heeft klager een verzoek om gratie
ingediend.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft pas op 29 maart 2011 een gratieverzoek ingediend bij de Dienst Justis. Deze dienst beoordeelt of het ingediende gratieverzoek de tenuitvoerlegging van de
straf al dan niet opschort. Vooralsnog is niet gebleken dat schorsende werking is toegekend.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hieraan doet niet af dat de
selectiefunctionaris
geen inhoudelijke beslissing heeft genomen op het bezwaarschrift, omdat – naar thans in beroep is gebleken – er ten onrechte van wordt uitgegaan dat het bezwaarschrift te laat is ingediend.
Klager heeft zijn stelling dat hij detentieongeschikt is niet onderbouwd met een medische verklaring waaruit dit zou kunnen blijken. Hier komt bij dat in een penitentiaire inrichting medische zorg aanwezig is, waar klager desgewenst een beroep op kan
doen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 28 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven