Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1069/GV, 27 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:27-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1069/GV

betreft: [klager] datum: 27 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van.

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 april 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.J. Lamers om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager zit een gevangenisstraf uit van zestien maanden, met aftrek van voorarrest. Hij en de officier van justitie zijn in hoger beroep gegaan. Momenteel heeft hij nog een strafrestant van vijf maanden.
De officier van justitie en de selectiefunctionaris zijn helderziend. Zij kunnen nu al zien wat klager in hoger beroep in de toekomst voor straf zal krijgen.
Hij heeft nog nooit een rode kaart of een sanctie gehad in de elf maanden die hij nu al vastzit. Ook is klager (deels) vrijgesproken en het is helemaal niet zeker dat hij in hoger beroep meer straf zal krijgen. Hij is in hoger beroep gegaan, omdat hij
onschuldig is. De rechter gaat over de vraag of klager schuldig of onschuldig is.
Het hoger beroep zal waarschijnlijk plaatsvinden nadat klager in vrijheid is gesteld.
Hij hoopt deze detentie nog met verlof te mogen. Zijn ouders en met name zijn moeder hebben/heeft het zwaar.
Hij is negentien jaar oud en heeft nog nooit vastgezeten.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De aanvraag voor algemeen verlof is afgewezen op grond van een negatief advies van het Openbaar Ministerie.
Klager is vrijgesproken in eerste aanleg van een van de ten laste gelegde feiten (een gewapende overval in een woning van een ouder echtpaar). Het Openbaar Ministerie heeft ter zake beroep ingesteld. De advocaat-generaal meldt dat de mogelijkheid
bestaat dat in beroep een hogere straf zal worden opgelegd.
Gelet op die mogelijkheid is de aanvraag, conform het advies van het Openbaar Ministerie, afgewezen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Schutterswei te Heerhugowaard heeft in verband met klagers positieve gedrag in de inrichting positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De advocaat-generaal bij het ressortsparket te Amsterdam heeft aangegeven dat klager in eerste aanleg is vrijgesproken van een gewapende overval in een woning op een ouder echtpaar. Het Openbaar Ministerie heeft ter zake hoger beroep ingesteld. De
mogelijkheid bestaat dat een hogere straf zal worden opgelegd. Ten opzichte van de slachtoffers is het onwenselijk dat klager hangende het hoger beroep op vrije voeten komt.
De politie heeft positief geadviseerd ter zake van het door klager opgegeven verlofadres.

Uit de telefonische mededeling van het arrondissementsparket Amsterdam d.d. 18 april 2011 aan het secretariaat van de Raad volgt dat het hoger beroep van klager op de regiezitting van het gerechtshof Amsterdam van 30 mei 2011 geappointeerd staat.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden met aftrek, wegens gekwalificeerde vermogensdelicten. De fictieve einddatum is thans bepaald op 5 september 2011.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

De advocaat-generaal heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening in verband met de mogelijkheid dat klager door het gerechtshof zal worden veroordeeld tot een langere gevangenisstraf dan dat hem in eerste aanleg is opgelegd door de
rechtbank.
De beroepscommissie overweegt dat de Staatssecretaris het advies onverkort heeft overgenomen zonder dat uit de stukken volgt dat een eigen belangenafweging is gemaakt.
Dit geldt temeer nu de advocaat-generaal slechts een inschatting maakt en in eerste instantie klager van een belangrijk onderdeel van de tenlastelegging is vrijgesproken. Voorts is de kans reëel dat klager in vrijheid zal zijn gesteld voordat de
inhoudelijke behandeling van het hoger beroep zal kunnen plaatsvinden, nu de regiezitting niet eerder zal plaatsvinden dan op 30 mei 2011.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenvermelde, de beslissing van de Staatssecretaris niet op goede gronden rust. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal de Staatssecretaris
opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven