Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0371/TB, 10 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/371/TB

betreft: [klager] datum: 10 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 2 februari 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 april 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Holthuis, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de
Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager ter observatie te plaatsen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte te Rekken (hierna Oldenkotte).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Zijn tbs is op 7 november 1991 aangevangen. Op 3 oktober 2002 is hij vanuit het FPC Veldzicht te Balkbrug opgenomen
in
het FPC De Kijvelanden. Op 21 januari 2005 is hij overgeplaatst naar het FPC de Rooyse Wissel te Venray. Op 19 juli 2005 is hij overgeplaatst naar het FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen. Op 24 juni 2008 is hij geplaatst in het FPC De
Oostvaarderskliniek.
Op 24 januari 2011 heeft het FPC De Oostvaarderskliniek verzocht om klager voor een time-out in een ander FPC te plaatsen. Op 2 februari 2011 heeft de Staatssecretaris beslist om klager ter observatie in FPC Oldenkotte te plaatsen. Klager heeft vanaf
7
februari tot 11 maart 2011 in FPC Oldenkotte verbleven. Op 24 maart 2011 is klagers tbs door het gerechtshof Arnhem met twee jaar verlengd en voorts onder voorwaarden beëindigd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte is artikel 13 Bvt aan de beslissing tot tijdelijke plaatsing van klager ter observatie ten grondslag gelegd. Uit het schrijven van FPC Oldenkotte van 4 februari 2011 blijkt dat de tijdelijke plaatsing van klager slechts een time-out tot
doel had totdat de uitspraak van het gerechtshof in verband met de verlenging van klagers tbs bekend was geworden.
Artikel 13 Bvt biedt niet de mogelijkheid om een tbs-gestelde preventief weg te plaatsen. Er is nooit een concrete aanleiding geweest voor een time-out plaatsing. De onrust kwam niet van klager. Enkel op grond van de verwachting dat die aanleiding in
de
toekomst zou kunnen plaatsvinden, kan een dergelijke beslissing niet worden genomen.
Gerelateerde klaagschriften zijn door de beklagcommissie gegrond verklaard.
Klager heeft ruim vijf weken in Oldenkotte verbleven. Het waren zware weken. Zijn vrouw heeft geen rijbewijs en heeft hem die vijf weken niet kunnen bezoeken. Zijn dochtertje is in die vijf weken jarig geweest.
Het hoofd behandeling heeft klager gezegd dat de tijdelijke overplaatsing niet voor hem bedoeld was, maar voor de Oostvaarderskliniek.
Klager is in Oldenkotte niet geobserveerd. De beslissing ex artikel 13 Bvt is op oneigenlijke gronden genomen.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Uit de door de Oostvaarderskliniek verstrekte informatie volgde dat de situatie gewijzigd was. Er was sprake van drugsgebruik en recente incidenten. Klager is gesepareerd en vervolgens afgezonderd, in een prikkelarme kamer geplaatst, afdelingsarrest en
kamerprogramma opgelegd om onveilige situaties te voorkomen en de rust te herstellen. Vervolgens is klager op grond van artikel 13 Bvt voor een time-out overgeplaatst. Artikel 13 Bvt biedt de mogelijkheid om een tbs-gstelde voor een time-out tijdelijk
over te plaatsen om iemand te stabiliseren in het kader van de orde en de veiligheid. Bedoeling is dat de tbs-gestelde daarna weer wordt teruggeplaatst.
Uit de risicotaxatie van de Oostvaarderskliniek volgde dat anders de veiligheid van het personeel in geding was. De Staatssecretaris toetst een dergelijk verzoek heel terughoudend en gaat uit van de informatie die door de inrichting wordt verstrekt.
Het is vanzelfsprekend dat bij een dergelijke overplaatsing de tbs-gestelde wordt geobserveerd. Als hij rustig is, kan hij worden teruggeplaatst.
In de loop van de tijd heeft deze manier van tijdelijke overplaatsing zich ontwikkeld.

4. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 13 Bvt kan de Staatssecretaris ambtshalve of op het verzoek van het hoofd van de inrichting een verpleegde tijdelijk voor een periode van ten hoogste zeven weken ter observatie plaatsen in een andere tbs-inrichting
of een psychiatrisch ziekenhuis, of een inrichting bestemd voor klinische observatie.

Uit de Memorie van toelichting bij artikel 13 Bvt volgt dat deze beslissing ten doel kan hebben te onderzoeken wat de oorzaak is van de gerezen problemen en dienen als crisisinterventie. De time-out dient echter primair gericht zijn op het observeren
van de tbs-gestelde. Voorkomen dient te worden dat de tijdelijke plaatsing geen ander doel dient dan de verpleegde gedurende enige tijd uit de betreffende inrichting te verwijderen.
De aanbeveling van de commissie Haars, die de onderbrenging van een verpleegde elders wel geoorloofd achtte als het verblijf van een verpleegde in de inrichting op ernstige bezwaren zou stuiten, is uitdrukkelijk, zoals uit de Memorie van toelichting
blijkt, door de wetgever niet overgenomen.

Volgens de bestreden beslissing is klager op grond van artikel 13 Bvt tijdelijk voor een periode van maximaal zeven weken ter observatie geplaatst in het FPC Oldenkotte.

Uit de stukken en de toelichting ter zitting volgt dat klager, die in afwachting was van de uitspraak van het gerechtshof omtrent de verlenging van zijn tbs, louter om spanning te voorkomen uit de Oostvaarderskliniek is verwijderd en klager tijdelijk
is
geplaatst in Oldenkotte, hetgeen niet strookt met de grond die is vermeld op de bestreden beslissing, te weten: de observatie van klager.

Gelet op de Memorie van toelichting als hierboven vermeld, is de beroepscommissie van oordeel dat de wet (thans) niet de mogelijkheid biedt om een verpleegde enige tijd uit de inrichting te verwijderen zonder dat het doel van de overplaatsing (mede) de
observatie van de verpleegde is. Zij zal volstaan met het beroep gegrond te verklaren nu klagers tbs inmiddels onder voorwaarden is beëindigd en zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 300,= voor de periode van vier en een halve week die
klager ten onrechte in Oldenkotte heeft verbleven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Staatssecretaris toekomende tegemoetkoming op € 300,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven